Project

PPS Toekomst met virusvrije bloembollen

De bloembollensector kent vele uitdagingen om naar een duurzame en vitale teelt te komen, zeker als het gaat om de beheersing van virusziekten. Een groot scala aan verschillende virussen kunnen bloembolgewassen infecteren en schade veroorzaken. Het is van groot belang om de teelt zo schoon mogelijk te beginnen met gezond uitgangsmateriaal, maar tijdens de teelt liggen infecties op de loer. In de PPS Toekomst met virusvrije bloembollen wordt door WUR, BKD en Vertify onderzocht hoe infecties met twee groepen plantenvirussen zo veel mogelijk op een duurzame wijze kunnen worden beperkt.

Waarom dit onderzoek?

Plantenvirussen veroorzaken problemen en opbrengstderving bij de teelt en handel van bloembollen en snijbloemen uit bloembollen. Primair worden deze problemen nog steeds aangepakt door het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen en ontsmettingsmiddelen. Maar door een steeds minder wordende beschikbaarheid van middelen en het optreden van resistenties in virusvectoren verliest deze aanpak aan effectiviteit. Daarnaast is er een duidelijke wens naar vergroening in de maatschappij.

Wat willen we bereiken?

Wij willen bereiken dat telers van bloembollen en de snijbloemen van bolgewassen minder afhankelijk zullen zijn van chemische gewasbeschermingsmiddelen en ontsmettingsmiddelen om virusziekten in deze gewassen te beheersen. Het streven is om het gebruik van deze chemische middelen tot nagenoeg nul te reduceren en de teler voldoende alternatieven te bieden op het gebied van voorkoming en beheersing van virusziekten. Daarbij wordt de gehele bloembollenketen betrokken. Dit begint bij de veredelaar die uit dit project nieuwe resistentietoetsen met name voor het tulpenvirus X (TVX) kan verwachten, de bollenteler die nieuwe beheersstrategieën zal kunnen gaan gebruiken om de bollenkraam op een duurzame manier gezond te houden en de handel (ook naar derde landen) die geen hinder ondervindt van beperkende maatregelen. Ook de teler die snijbloemen uit bloembollen teelt (ook wel broeien genoemd) zal gebruik kunnen maken van de uitkomsten van het hier voorgestelde onderzoek om virusverspreiding in de partijen tegen te gaan en waardevermindering van het geoogste product te voorkomen. Daarnaast wordt in dit project onderzoek uitgevoerd naar de eventuele effecten van de in nieuwe alternatieve en groene gewasbeschermingsmiddelen aanwezige micro-organismen (schimmels en bacteriën) op de virustoetsingen in bolgewassen.

Hoe gaan we dit doen?

In dit project wordt gefocust op twee belangrijke groepen van plantenvirussen: de potyvirussen die door bladluizen worden overgebracht en de potexvirussen die voornamelijk via contact worden verspreid. Het project wordt in 5 werkpakketten uitgevoerd:

  • Werkpakket 1: Nieuwe beheersstrategieën van non-persistent overgedragen virussen door bladluizen.
  • Werkpakket 2: Nieuwe beheersstrategieën door eliminatie virusbronnen en verspreidingsroutes van potexvirussen
  • Werkpakket 3: Ontwikkelingen t.b.v. resistentieveredeling voor robuustere rassen
  • Werkpakket 4: Invloed van gebruik nieuwe en groene middelen op resultaat virustoetsen (hoe reageren virustoetsen op de aanwezigheid van nieuwe en groene gewasbeschermingsmiddelen)
  • Werkpakket 5: Interactie met de sector en implementatie