Ecolabel food: game changer voor duurzamer voedsel

Over deze expertise
In het kort- 1 meetinstrument voor milieu-impact
- Gebruik van LCA
- Gebaseerd op PEF
- Eenduidige score per product
- Vergelijken binnen & tussen categorieën
Steeds meer initiatieven ontwikkelen food ecolabels om de milieu-impact van alle voedselproducten te kunnen vergelijken. Wageningen University & Research werkt aan een standaardmethodologie om deze impact te meten en draagt bij aan de ontwikkeling van een geharmoniseerd label dat aansluit bij Europese richtlijnen.
Vergelijken op basis van milieuscore
Een ecolabel is een goed instrument om meer inzicht te krijgen in de duurzaamheid van de voedselketen, consumenten te helpen bij het maken van duurzamere keuzes en producenten aan te moedigen om milieuvriendelijker te produceren. Om dit mogelijk te maken is het noodzakelijk de milieu-impact van voedsel in kaart te brengen door impactdata te verzamelen. Op dit moment worden allerlei verschillende methodes en tools gebruikt om die data te verzamelen en te interpreteren. Het is essentieel om één meetsysteem te ontwikkelen voor duurzaamheid van voeding, zodat de data en interpretatie wordt geharmoniseerd. Daardoor kan een eenduidige score per product worden bereikt. Zo wordt het mogelijk om de milieu-impact van alle voedingsmiddelen met elkaar te vergelijken, niet alleen binnen een productcategorie, maar ook tussen verschillende productcategorieën.
Meer informatie
Een goede milieuscore begint bij het inzichtelijk maken van de milieu-impact per product. De beste methode om inzicht te krijgen in de totale milieubelasting is een levenscyclusanalyse (LCA). Deze methode bekijkt de volledige levenscyclus van een product: het winnen van grondstoffen, productie, transport, gebruik en afvalverwerking. Zo wordt direct duidelijk waar de zwaartepunten zitten en kun je heel doelgericht reductiemaatregelen doorvoeren.
Duurzaamheid staat hoog op de politieke agenda en er ontstaan steeds meer wetten en regels. Het is daarom verstandig om nu al te starten met het verzamelen en beheren van data rondom duurzaamheid. Het samenbrengen van bedrijfsspecifieke data en data uit de keten (secundaire data) kan namelijk best een uitdaging zijn. Bovendien maakt de data het mogelijk om producten te optimaliseren, zodat ze straks een goede milieuscore krijgen. Een ander groot voordeel van verduurzamen, is dat efficiënter gebruik van middelen, energie en grondstoffen vaak ook een kostenbesparing oplevert.
Meer weten over LCA?
In de online kennisbijeenkomst ‘Meten van milieu-impact’ leggen we uit hoe een LCA werkt en hoe je kunt starten met een LCA. Bekijk het webinar.
Op een geharmoniseerde manier data verzamelen is niet alleen waardevol voor een food ecolabel. De productspecifieke data achter de milieuscores kan ook gebruikt worden voor andere doeleinden.
CSRD-rapportage (scope 3)
Vanaf boekjaar 2024 zijn de 50.000 grootste organisaties binnen de EU verplicht om te rapporteren over broeikasgasemissies van de hele keten (scope 3). Dit betekent dat niet alleen deze 50.000 organisaties, maar ook hun ketenpartners data moeten verzamelen en aanleveren. Gelukkig rapporteren al veel organisaties op vrijwillige basis hun scope 3 emissies, zoals via Science Based Targets initiative. De data die wordt verzameld om de milieuscore per product te berekenen, is zeer bruikbaar voor de verplichte CSRD-rapportage.
Duurzame producenten belonen
Bedrijfs- en productspecifieke data stelt organisaties in staat om hun financiële voorwaarden af te stemmen op duurzaamheidsrisico’s. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk om boeren en leveranciers te belonen voor ingrediënten die duurzamer geproduceerd zijn. Een zuivelbedrijf dat data verzamelt op boerderijniveau, kan bijvoorbeeld een hogere prijs betalen aan boeren die duurzame melk leveren. Dit geeft een prikkel om continu te verbeteren, met een duurzaam kwaliteitsproduct als resultaat.
Reductie bespaart kosten
Als de milieu-impact van een product bekend is, kan het product worden verbeterd. De productspecifieke data laat zien waar de zwaartepunten liggen en waar dus de meeste winst te behalen valt. Vaak heeft dit te maken met reductie: minder energie verbruiken, minder verpakkingsmateriaal, minder grondstoffen, besparen op water of efficiënter omgaan met transport. Deze reductiemaatregelen leveren vaak ook een mooie kostenbesparing op.
De werkgroep Footprint is opgericht door het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). In de werkgroep zitten de volgende organisaties: ABN Amro, Agrifirm, ANEVEI, Avebe, Bidfood, CBL, Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV), Cosun, Delinuts, Do it organic, DSM, FNLI, Friesland Campina, GroentenFruit Huis, HAK, Hutten, InStock, Lidl, LTO, Milieu Centraal, Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, MVO ketenorganisatie oliën en vetten, NEPLUVI, Rabobank, RIVM, Superunie, Unilever, Wageningen University & Research (voorzitter), Vereniging Nederlandse Brouwers, Vereniging Frisdranken, Waters en Sappen, Vion.
De werkgroep Footprint is oorspronkelijk opgericht om opvolging te geven aan het klimaatakkoord, waarin staat dat de klimaatimpact van alle afzonderlijke voedselproducten in Nederland inzichtelijk moet worden. Al snel concludeerde de werkgroep dat de focus op het klimaat ten koste zou kunnen gaan van andere milieuthema’s. Daarom besloot de werkgroep aan de slag te gaan met het in kaart brengen van de bredere milieu-impact.
Nederland is niet het enige land dat bezig is met de milieu-impact van voedsel verkleinen. Daarom hanteert de werkgroep een geharmoniseerde standaard voor het berekenen van footprints die is vastgesteld door de Europese Commissie: de Product Environmental Footprint (PEF). Hierin zijn methoden vastgelegd om 16 verschillende milieuthema’s te meten én individuele scores te combineren om te komen tot een totaalscore. Door middel van internationale afstemming, kunnen we werken aan geharmoniseerde footprint-berekeningen binnen Europa.
De belangrijkste activiteiten van de werkgroep zijn:
- Het ontwikkelen van een op PEF-gebaseerde methodologie waarbij zoveel mogelijk wordt voortgebouwd op bestaande specifieke methoden voor verschillende productcategorieën. Inconsistenties worden gecorrigeerd, zodat vergelijkingen tussen productcategorieën mogelijk zijn. De methodiek wordt ook toepasbaar gemaakt op alle voedselcategorieën. Daarnaast verkent de werkgroep hoe milieuthema’s die nog onvoldoende afgedekt zijn, ook gemeten kunnen worden.
- Het doorontwikkelen van de bestaande RIVM-milieudatabase, om de milieubelasting van Nederlands voedsel transparant te maken en te kunnen sturen op het verduurzamen van ons voedselaanbod.
Updates van de werkgroep
April 2025
- Update over het op te starten True Value Language (TVL) initiatief van Rabobank om voor alle boeren/tuinders in Nederland tot een gezamenlijke set duurzaamheidindicatoren te komen die als basis dient voor het belonen van extra duurzaamheidsprestaties. Ook is de op te starten PPS geharmoniseerde milieu impact data is besproken. De PPS richt zich op het al het voedsel in Nederland. Voor de boerderijdata in Nederland zal zoveel mogelijk voortgebouwd worden op TVL.
- De verschillende aanpassingen in de methodologie van de Product Environmental Footprint die de Europese Commissie dit jaar wil doorvoeren zijn besproken zoals klimaatimpact, allocatie, recycling en biodiversiteit.
- Overzicht gepresenteerd van alle ontwikkelingen rond footprinting bij zowel publieke als private sector en zowel in Nederland als in Europa. Er is besproken welke gevolgen dit heeft voor het functioneren van de werkgroep footprint. Omdat er veel meer samengewerkt wordt met leidende private en publieke initiatieven is er minder zelfstandige beslissingsbevoegdheid.
- Er is feedback gevraagd vanuit de groep op een voorstel voor een Global Sustainable Transition Alliance, de bijbehorende governancestructuur en de rol van de werkgroep daarin.
- Afgesproken om een afzonderlijk overleg te organiseren rond het bespreken van de beta methodologie van het Eco Food Choice-project in juli.
Januari 2025
- Update Eco Food Choice-project over o.a. de layout varianten van het label die zullen worden getest waarbij zowel met een A tot en met E aanduiding als een numerieke score zal worden getest.
- Voorstel om nieuwe PPS op te starten met alle grote retailers en foodservice bedrijven in Nederland. Plan is om de milieu-impact van al het voedsel op een geharmoniseerde manier inzichtelijk te maken.
- Feedback gevraagd op de mogelijkheden voor het gebruik van de France Ecobalyse tool in Nederland. Met de tool kunnen milieu-impact scores van producten worden berekend. Over het algemeen is de werkgroep positief maar er zijn nog wel wat openstaande punten.
- Presentatie van de resultaten van de vragenlijst die bij deelnemers is uitgezet naar footprinting activiteiten in de eigen sector en het functioneren van de werkgroep. Er zijn behoorlijk wat activiteiten rond ontwikkeling standaarden maar brede implementatie ontbreekt nog vaak.
Oktober 2024
- De werkgroep is bijgepraat over de ontwikkelingen rond footprinting en ecolabeling in Europa. Er zijn verschillende allianties gevormd in Europa waarin met groepen bedrijven gezamenlijk wordt gewerkt aan implementatie en harmonisatie. WUR is bij alle initiatieven betrokken. Met impact Buying wordt bijvoorbeeld samengewerkt met bijna alle Nederlandse retailers aan het piloten van een aantal private tools. De Europese Commissie is zich aan het bezinnen over de toekomst van de PEF waarbij WUR ook intensief betrokken is. Ze zullen in 2026 een nieuwe database (EF 4.0) lanceren die voor iedereen vrij te gebruiken is.
- Het voedselbeleid van het Ministerie van LVVN wordt begin volgend jaar geëvalueerd.
- In het Strategic Dialogue advies over toekomstige landbouwbeleid in de EU is het meten met KPI’s op alle bedrijven prominent opgenomen.
- Het project rond de bouw van de RIVM-database met gemiddelde milieu impact voor 3000 producten vordert gestaag. Hetzelfde geldt voor het Europese Eco Food Choice-project waarin Europese ecolabel standaard wordt ontwikkeld. De timing van de projecten sluit steeds beter op elkaar aan waardoor we in Nederland in kunnen spelen op de Europese afspraken
- De groep is bijgepraat over de relatie tussen CSRD en PEF. PEF mag gebruikt worden voor CSRD maar ook andere minder strikte richtlijnen zoals GHG protocol mogen gebruikt worden.
- PS in Foodservice en Foodsteps hebben hun footprinting toepassing voor de foodservice-industrie gepresenteerd. Op die manier komen footprints voor 180.000 bedrijven beschikbaar voor alle foodservicebedrijven.
Veelgestelde vragen
Een food ecolabel is een manier om aan te geven hoeveel impact een voedingsmiddel heeft op het milieu. Door de milieuscore af te beelden op de verpakking, kun je precies zien welke voedingsmiddelen meer of minder impact hebben op het milieu.
Een food ecolabel heeft voordelen voor consumenten én organisaties. Het maakt inzichtelijk wat de impact van voedsel is op het milieu, waardoor we milieuvriendelijker kunnen gaan produceren en consumeren.
Een op LCA gebaseerd food ecolabel is anders dan traditionele milieulabels zoals biologisch en Planet Proof, omdat het voor alle voedselproducten beschikbaar komt. Traditionele milieulabels worden alleen toegekend aan producten die op basis van bepaalde voorwaarden duurzamer zijn dan soortgelijke producten. Het food ecolabel geeft juist alle producten een score. Op die manier wordt het mogelijk om alle voedselproducten met elkaar te vergelijken, zowel binnen één productcategorie als tussen verschillende productcategorieën.
Een ecolabel voor voedsel kan van grote betekenis zijn om de footprint van ons voedsel te verkleinen, vanwege de achterliggende geharmoniseerde footprint-berekeningen. Zo kunnen we de negatieve effecten op het milieu, het klimaat en natuurlijke hulpbronnen beperken. Meer weten? Lees het onderzoek 'Op LCA gebaseerde labelsystemen: een game changer voor de verduurzaming van de voedselproductie en -consumptie binnen Europa.'
Een food ecolabel stimuleert producenten om te kiezen voor duurzamere productiemethoden en moedigt consumenten aan om milieuvriendelijker te consumeren. Het bevordert transparantie, harmonisatie en traceerbaarheid in de voedselketen. Dit leidt tot bewustwording en meer inzicht in de duurzaamheid van de productie en consumptie van voedsel. Deze kennis kan gebruikt worden om processen te verbeteren.
Er zijn allerlei initiatieven rondom food ecolabels en de ontwikkelingen gaan snel. Er bestaan al allerlei private labels, maar deze hebben andere uitgangspunten en zijn daarom moeilijk met elkaar te vergelijken. Op Europees niveau is in november 2023 een project gestart om een geharmoniseerd label te ontwikkelen. Frankrijk is de kartrekker van dit project, omdat het land al een database heeft opgebouwd en op korte termijn een food ecolabel wil implementeren. Lees meer over Life ECO FOOD CHOICE.
Footprint-berekeningen zijn niet eenvoudig. Om bedrijven in de Nederlandse voedselketens te ondersteunen heeft het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) de werkgroep Footprint opgericht. De werkgroep wordt geleid door Wageningen University & Research. In de werkgroep zitten vertegenwoordigers van supermarktketens, voedselverwerkende bedrijven, voerleveranciers en kennisinstellingen zoals Milieu Centraal en RIVM. De werkgroep is in 2023 gestart met de doorontwikkeling van de bestaande RIVM-milieudatabase. Hiervoor wordt voortgebouwd op de Franse Ecobalyse tool. De projectgroep probeert zo veel mogelijk aan te sluiten bij wat er op Europees niveau gebeurt, zodat we zijn voorbereid op een geharmoniseerd systeem in de toekomst.
Het Ecolabel dat door de werkgroep wordt ontwikkeld, baseert zich op de PEF-methodiek. Dit is een door de Europese Commissie ontwikkelde methode om de footprint van producten te berekenen. PEF (Product Environmental Footprint) maakt gebruik van levenscyclusanalyses (LCA) volgens een set aan regels per productcategorie. In Nederland wordt nu een database ontwikkeld met de gemiddelde milieu-impact van de 3.000 belangrijkste producten volgens deze PEF-methodologie. Het is de bedoeling dat deze database in 2025 klaar is. Organisaties hoeven dan alleen aan te geven hoe hun product afwijkt van het gemiddelde product, om zo hun score te kunnen berekenen.
De uiteindelijke milieuscore ontstaat uit een gewogen gemiddelde van 16 milieuthema’s, zoals broeikasgasemissies en water- en landgebruik.
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) verplicht grote organisaties om te rapporteren over duurzaamheid. Hiervoor is het noodzakelijk om de broeikasgasemissies van alle producten in een bedrijf in kaart te brengen. Deze complexe indicator wordt berekend aan de hand van levenscyclusanalyse (LCA), die niet alleen inzicht biedt in de milieu-impact in het eigen bedrijf (scope 1) en de impact van de door het bedrijf gebruikte energie (scope 2), maar ook in de impact van producten en activiteiten in de hele waardeketen (scope 3).
Door gebruik te maken van de ecolabel-scores van al hun producten, kunnen bedrijven op een relatief eenvoudige manier rapporteren op deze complexe indicator. Ook kunnen bedrijven de data achter de ecoscore gebruiken om het effect van de maatregelen te meten, die zij samen met leveranciers hebben genomen om de milieu-impact te verlagen. Veel bedrijven hebben namelijk bij het Science Based Target initiative (SBTi) een doelstelling vastgesteld om de broeikasgasemissie over de hele keten te verlagen. Met behulp van de ecoscore kunnen zij de voortgang meten.
In eerste instantie zijn bedrijven vaak gefocust op hun eigen impact (scope 1 en 2). Om deze informatie uit te breiden met gegevens uit de gehele keten (scope 3), gaan organisaties aan de slag met levenscyclusanalyses (LCA).
Benieuwd hoe ver andere organisaties hiermee zijn? In de online inspiratiebijeenkomst 'Geharmoniseerd meten van milieu-impact met PEF' deelden FrieslandCampina, GroentenFruit Huis, Vion en Vereniging voor Nederlandse Brouwers hun werkwijze en ervaringen. Bekijk het webinar.
Aanvullende producten en diensten (1)
Neem contact op met onze expert
Heeft u een vraag over ecolabel food of wilt u samenwerken? Neem dan contact op.
drs. JA (Koen) Boone
Coordinator Sustainable Value Chains
