Studieprogramma - BSc Agrotechnologie

Hier vind je een overzicht van alle vakken en een korte beschrijving van elk vak. Voor een officieel overzicht verwijzen we naar de openbaar toegankelijke studiegids en kies dan Bachelor Biosystems Engineering.

Jaar 1

Het eerste jaar is verdeeld in 2 delen. Het eerste deel bestaat uit periode 1 t/m 3 en het tweede deel uit periode 4 t/m 6.

Vakken periode 1

Wiskunde 1 / Statistiek 1
Heb je op het vwo wiskunde B gevolgd, dan volg je Statistiek 1. Heb je wiskunde A gevolgd, dan volg je in deze periode Wiskunde 1.

Inleiding Agrotechnologie 1
Dit vak geeft je een introductie op de verschillende systemen die gebruikt worden in de agrarische productie.

Organische chemie
Dit vak geeft een introductie in de organische chemie met de focus op de opbouw van natuurlijke producten.

Wiskunde 2
Dit vak gaat verder op Wiskunde 1 of wiskunde B van het vwo. Je leert wiskunde toepassen op basisproblemen in de levenswetenschappen.

Natuurkunde
Je krijgt verschillende onderwerpen basis natuurkunde om je voor te bereiden op de natuurkunde die je verder in je studie tegen zult komen.

Algemene chemie
Algemene chemie geeft je een goede basis scheikunde om latere verbreding in je studie mogelijk te maken.

Inleiding Agrotechnologie 2
Dit vak gaat verder op Inleiding Agrotechnologie 1. Je werkt hier aan een aantal praktische casussen.

Kijk op duurzame transities in de landbouw
Er wordt op dit moment heel verschillend gedacht over de toekomst van de landbouw: meer durzaam of juist meer intensief? Hier leer je waar die iedeeen vandaan komen en ze te begrijpen.

Vakken periode 2

Wiskunde 3
Wiskunde 3 geeft je een basis in het gebruik van vectoren en matrices voor de levenswetenschappen.

Statistiek 2
Statistiek 2 gaat verder op Statistiek 1 of Wiskunde A van het vwo.

Wiskunde voor biotechnische systemen
Bij dit vak leer je matrices en differentiaalvergelijking toepassen op bijvoorbeeld een bioreactor.

Engineering problem solving
Dit vak leert je problemen oplossen volgens een gestructureerde engineering methode.

Inleiding bedrijfseconomie, management en marketing
Je krijgt een basis in bedrijfseconomie, management en marketing. In een groep ga je zelf een business plan opstellen.

Proceskunde
In dit vak leer je systematisch een proces voor de verwerking van bio-grondstoffen kennen en ontwerpen. Je werkt in groepjes aan een praktische casus voor de verwerking van stro tot bio-ethanol.

CAD en mechanica
Je gaat verder op natuurkunde met een goede basis mechanica. Je leert een technische tekening maken op de computer en kunt hier ook een sterkteberekening in uitvoeren.

Jaar 2

Ook het tweede jaar is verdeeld in 2 delen. Het eerste deel bestaat uit periode 1 t/m 3 en het tweede deel uit periode 4 t/m 6.

Vakken periode 1

Methodisch ontwerpen
Bij dit vak werk je in een groepje volgens een gestructureerde methode aan het ontwerpen van een oplossing van een praktisch probleem. Bijvoorbeeld een machine zieke tulpen uit een veld te verwijderen.

Programmeren in Python
Software speelt een belangrijke rol binnen Agrotechnologie. Dit vak leert je de beginselen van programmeren in de programmeertaal Python.

Modelleren dynamische systemen
Je leert gegevens verzamelen van complexe biotechnische systemen en hoe je met behulp van deze gegevens een model van het systeem kunt maken.

Besliskunde
Dit vak leert je kwantitatieve methoden gebruiken om een optimale beslissing te nemen voor een logistiek vraagstuk. Denk bijvoorbeeld aan de vraag hoeveel distributiecentra er gebouw moeten worden voor een melkfabriek.

Regeltechniek
Dit vak leert je (wiskundige) regelmechanismen te ontwerpen voor bijvoorbeeld het klimaat in een kas of de beweging van een robotarm.

Vakken periode 2

Keuzevak
Deze periode heb je de keuze uit de vakken Microbiologie, Toegepaste Dierbiologie, Biologie van de Plant of Plant-Bodem Relaties.

Data analyse Agrotechnologie
Je leert statistische methoden om data uit het domein van Agrotechnologie te analyseren.

Bouwfysica en klimaattechniek
In dit vak leer je hoe het klimaat in een stal of kas zich gedraagt en hoe je dit klimaat kunt beïnvloeden.

Fysische transportverschijnselen
Je leert op een natuurkundige wijze te rekenen aan het transport van warmte, energie en vloeistoffen. Dit vak geeft je een theoretische achtergrond voor het vak Bouwfysica en klimaattechniek.

Sensortechnologie
Je leert de werking en toepassing van breed scala aan sensoren. Tijdens practica leer je hoe je deze sensoren moet gebruiken.

Onderzoeksmethoden voor agrotechnologen
Als voorbereiding op je bachelor thesis leert je in dit vak een wetenschappelijke methode van verslaglegging. Je schrijft in een groepje een verslag.

Jaar 3

In het derde jaar volg je nog één vak voor de studie. Daarna schrijf je een bachelorthesis van 24 studiepunten. De overige ruimte in het derde jaar kun je invullen met vrije keuzevakken of een minor.

Vrije keuze

De beperkte vrije keuze bestaat uit vijf vakken.

De vrije keuze aan vakken in het derde jaar kun je ook invullen met een minor. Een minor is een verzameling vakken op het gebied van een onderwerp wat niet aan je studieprogramma gerelateerd hoeft te zijn. Wageningen University & Research heeft een breed aanbod aan minoren, maar je kunt ook een minor volgen bij een andere universiteit, zowel in Nederland als in het buitenland. Bekijk de volledige lijst met minoren.

Populaire minoren die gevolgd worden zijn:

Bachelor thesis

Je bachelor sluit je af met het schrijven van een bachelorthesis van 24 studiepunten. Je bent dan ongeveer vier maanden bezig met het zelfstandig uitvoeren van een onderzoek en het schrijven van een verslag hiervan. Je onderzoek kan een literatuurstudie zijn, maar het kan ook dat je een ontwerp maakt, een model maakt of een programma schrijft. Je kunt bij de volgende leerstoelgroepen een bachelorthesis schrijven.

Onderwijsvormen

Bij de BSc Agrotechnologie heb je veel contacturen, waardoor je makkelijk in gesprek komt met je medestudenten en docenten. Dit maakt het contact heel laagdrempelig. Er wordt veel aan de hand van praktijkvoorbeelden en casussen gewerkt. Vaak doe je dit samen met je medestudenten in duo’s of kleine groepen. Op deze manier leer je de kennis uit de colleges op de praktijk toe te passen.