Bosbeheer

Bos is waardevol voor de Nederlandse samenleving. Waardevol vanuit ecologisch, landschappelijk en recreatief oogpunt. We koesteren het bos, we willen dat zo goed mogelijk beheerd zien en we willen er graag ook nog wat meer van.

Het bosbeheer brengt kosten met zich mee die bij voorkeur gedekt worden door opbrengsten. Hoe ziet het economische plaatje voor de particuliere bosbeheerder er uit? En welke verschillen zijn er naar bedrijfsgrootte en regio? Om de betrokkenen daarover te informeren, onderhoudt het LEI het Informatienet Bosbouw.

Populatie bosbouw in Nederland

Alle eigenaren van minimaal 5 ha bos worden geregistreerd door het Bosschap - het bedrijfschap voor bos en natuur. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen publiekrechtelijk bosbezit, zoals de boseigendommen van het Rijk (waaronder Staatsbosbeheer, Domeinen, Defensie), provincies, waterschappen en gemeenten, en privaatrechtelijk bosbezit.  De populatie van het Informatienet Bosbouw wordt gevormd door de privaatrechtelijke boseigenaren, met uitzondering van de natuurbeschermingsorganisaties. In 2012 waren er 1.520 van dergelijke bedrijven met een bosbezit van bijna 63.000 ha.

Opbouw steekproef

Tot 1989 bestond de steekproefpopulatie uit bedrijven met meer dan 50 ha bos; in 1989 is de ondergrens verlaagd naar 5 ha. De bedrijven zijn ingedeeld in 5 oppervlakteklassen. De tweede indeling - regionale ligging van de particuliere bosbedrijven - is gebaseerd op de derde Nederlandse Bosstatistiek. De onderscheiden regio's zijn:

  • Noordoost: ten oosten en ten noorden van de IJssel, met uitzondering van de noordelijke klei- en laagveengebieden;
  • Centrum: Veluwe, Utrechtse Heuvelrug en Gooi;
  • Zuid: Noord-Brabant en Limburg, met uitzondering van het rivierengebied;
  • Overig Nederland.

Uit de weinig bosrijke regio 'Overig Nederland' is geen steekproef getrokken, zodat deze buiten beschouwing blijft. De doelpopulatie van het Informatienet komt uit op 1.364 particuliere bosbedrijven met een areaal bos van 58.757 ha.

Uit deze populatie is een steekproef getrokken. Hierin zijn 15 subgroepen onderscheiden door de combinatie van vijf oppervlakteklassen en drie regio's. Over 2011 zijn de gegevens verzameld van 134 deelnemers (‘steekproefbedrijven'), ongeveer 10% van alle bedrijven in de doelpopulatie. Samen zijn ze goed voor ruim 37% van de totale bosoppervlakte van de populatie.

Gegevensverzameling

Van de bedrijven in de steekproef worden zogenaamde deeladministraties bijgehouden. Dat wil zeggen dat alleen kosten en opbrengsten voor zover die te maken hebben met het bosbedrijf worden geregistreerd. Daarover eventueel verschuldigde inkomsten- of vennootschapsbelasting maakt er geen deel van uit. De bedrijfsuitkomsten worden beschreven aan de hand van kosten, opbrengsten, bedrijfsresultaat en inkomen uit het bosbedrijf.

Gebruik van gegevens

De resultaten worden jaarlijks gepubliceerd ten behoeve van het beleid van overheden, bedrijfsleven (Bosschap) en de eigenaren en beheerders van particuliere bosbedrijven. In aanvulling op de reguliere informatie over kosten, opbrengsten en bedrijfsresultaten, wordt een apart thema nader belicht. Zo is in de publicatie over de resultaten van 2011 nader ingegaan op het gebruik en de verkoop van  biomassa voor energie. De komende jaren worden andere ecosysteemdiensten gekozen. De uitwerking vindt plaats tegen de achtergrond van het afnemen van de publieke financiering van bos- en natuurbeheer en de vraag hoe de boseigenaren nieuwe verdienmodellen kunnen ontwikkelen.  

Naast de overzichtspublicatie ontvangen de deelnemers een bedrijfsspecifiek deelnemersverslag.  In het verslag staan de resultaten van het bedrijf  naast het gemiddelde van andere (anonieme, maar vergelijkbare) groepen. Het stelt de bosbeheerder in staat het bedrijfsmatig functioneren van het eigen bedrijf te vergelijken met dat van anderen en het daaraan te ijken. Het biedt daarmee houvast voor het optimaliseren van de eigen bedrijfsvoering en voor het beoordelen van de mogelijke resultaten van nieuwe (alternatieve) vormen van exploitatie.

Verdere informatie

Voor verdere informatie zie het project Informatienet particulier bosbeheer