Nieuws
Staat van Landbouw en Voedsel: Trends in agrosector stabiel
Dit is één van de vele feiten in het rapport Staat van Landbouw en Voedsel dat is opgesteld door Wageningen University & Research en het Centraal Bureau voor de Statistiek, in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Doel van het onderzoek is om een breed overzicht te geven van de Nederlandse agrosector. De onderzoekers geven op basis van data- en literatuuronderzoek informatie over onder meer economische indicatoren als toegevoegde waarde en werkgelegenheid, de ketenstructuur van verschillende producten, buitenlandse handel, verkoopkanalen en consumptie van voeding, structuurkenmerken van bedrijven in de gehele agroketen, inkomensontwikkelingen, bedrijvendynamiek in de keten, innovatie, de milieu-impact van landbouwproductie, evenals de bijdrage van de landbouw aan de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde Naties (SDG’s).
Het hele agrocomplex
De toegevoegde waarde van het totale agrocomplex was in 2019 goed voor 56 miljard, circa 7% van het bruto binnenlands product (bbp). Nederland is in 2020 in waarde gemeten de tweede exporteur van landbouwgoederen (inclusief wederuitvoer) na de Verenigde Staten. In 2020 werd er 71 miljard euro verdiend aan de afzet van landbouwgoederen. Hiervan was 60% export (voor ruim driekwart naar de EU) en 40% binnenlandse afzet.
Consumptie, duurzaamheid en verspilling van voedsel
Supermarkten zijn het belangrijkste verkoopkanaal van voedsel. In 2019 werd ongeveer 53% van de 65 miljard uitgaven aan voedsel in supermarkten besteed. In de foodservice, zoals horeca en broodjeszaken besteedden we ongeveer 32% van onze bestedingen aan voedsel. De coronapandemie zorgde ervoor dat we meer online en in de detailhandel besteedden aan voedsel. Van de uitgaven aan voedsel was 16% voor voedsel met duurzaamheidskeurmerken. Het Beter Leven Keurmerk was koploper, gevolgd door Biologisch en UTZ Certified.
Verspillen doen we nog veel. In 2018 gooiden we per hoofd van de bevolking tussen de 94 en 149 kilo voedsel weg. Er zijn sinds dat jaar verschillende stappen gezet om voedselverspilling tegen te gaan. Hier zijn nog geen goede cijfers over. Twaalf jaar marktontwikkeling voor dierenwelzijn laat zien dat er een beweging gemaakt is richting diervriendelijkere producten in de supermarkt. De vraag van de Nederlandse consument is maar beperkt aanjager geweest voor een beter dierenwelzijn.
Land- en tuinbouw, structuurontwikkelingen
Volgens de landbouwtelling is het aantal land en tuinbouwbedrijven in 2020 met 500 afgenomen, daarmee is het aantal bedrijven nu 52.700. Dat is een lichte daling van 1% ten opzicht van 2019. Ook het areaal cultuurgrond is afgenomen, met 0,1% tot 1,814 mln. hectares. Tussen 2000 en 2020 nam het areaal jaarlijks af met 0,4%. De gemiddelde balanswaarde per einde boekjaar van de land- en tuinbouwbedrijven was in 2019 ruim 3,5 miljoen euro, wat een stijging is van 700.000 euro ten opzichte van 2015.
Het arbeidsvolume in de land- en tuinbouw is in 2020 met 1% gestegen tot 157.700 arbeidsjaareenheden, een maat die binnen de land- en tuinbouw gebruikt wordt voor het aantal voltijdbanen. De bedrijfshoofden op land- en tuinbouwbedrijven vergrijzen. Het aantal land- en tuinbouwbedrijven met een bedrijfshoofd ouder dan 50 jaar is tussen 2012 en 2020 gestegen tot 71%. In 2020 is op 40% van de 34.100 bedrijven met een bedrijfshoofd ouder dan 50 jaar, een opvolger aanwezig. Het aantal melkkoeien is in 2020 heel licht gestegen. Het aantal kippen ook, terwijl de aantallen varkens en andere graasdieren daalden.
Innovatie, biologisch of niet?
In 2020 zijn er in Nederland 2.019 biologische land- en tuinbouwbedrijven. Dat is een stijging met 3% in vergelijking met het jaar daarvoor. Meer dan 42% van de boerenbedrijven, 22.000 in totaal, hebben in 2020 verbredingsactiviteiten zoals bijvoorbeeld een kaasmakerij, een winkel erbij of doen aan agrarisch natuurbeheer. Meer dan 30% van de bedrijven met tien of meer werkzame personen houdt zich tussen 2016 en 2018 bezig met een of andere vorm van innovatie. In 2019 ging meer dan een miljard euro in de agro business naar research en development (R&D).
Duurzaamheid en milieu
De landbouwsector heeft sinds midden jaren negentig veel bereikt op het gebied van duurzaamheid. De meeste stappen zijn gemaakt in het eerste decennium van de 21e eeuw. De uitstoot van broeikasgas is in de land- en tuinbouw sinds 1990 met 18% gedaald. Wat fijnstof betreft: in 2018 komt 18% hiervan uit de agro sector, waarbij het aandeel van de pluimveesector (62%) het grootst is.
De hoeveelheid fosfaat in dierlijke mest is in 2020 ruim 22 mln. kg lager dan het door de Europese Unie vastgestelde productieplafond. De stikstofproductie in zowel 2019 als 2020 was met bijna 490 mln. kg enkele procenten lager dan het EU-productieplafond. De emissie van ammoniak is in 2019 met 5% verminderd ten opzichte van het jaar daarvoor en bedroeg bijna 106 miljoen kilo. Om het gewenste behoud van agrarische biodiversiteit te realiseren is een brede aanpak noodzakelijk. Met een passend verdienmodel kunnen economie en natuurinclusiviteit, inclusief agrarisch natuurbeheer, elkaar versterken. Natuur inclusieve landbouw is op die manier van groot belang voor de toekomst van de landbouw.
Waarom de Staat van Landbouw en Voedsel
Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) heeft doorlopend behoefte aan informatie over ontwikkelingen in structuur, economische betekenis, handel met het buitenland en milieuprestaties van de gehele agroketen. Het gaat om informatie die nodig is voor een belangrijk primair proces van het ministerie, namelijk de interactie met de Tweede Kamer. De informatie is ook nodig voor de monitoring en verantwoording van (delen van) het LNV-beleid. De informatie dient daarbij duidelijk uitgelegd te worden en de betekenis ervan dient te worden toegelicht en van context voorzien. Ook voor het grotere publiek kan zo meer inzicht gegeven worden in het reilen en zeilen van de agroketen.