Nieuws

Composteerbare koffiecapsules duurzaamste keuze

article_published_on_label
13 november 2023

Wageningen University & Research heeft de milieueffecten en circulariteit van verschillende materialen voor koffiecapsules voor eenmalig gebruik beoordeeld, rekening houdend met verschillende end-of-life scenario’s. De conclusie is dat, wanneer rekening wordt gehouden met zowel materiaalcirculariteit als de uitstoot van broeikasgassen, composteerbare capsules de duurzaamste keuze zijn.

“Jaarlijks worden er in Europa miljarden koffiecapsules gebruikt. Hoewel koffiedik hierin het meest bijdraagt ​​aan de uitstoot van broeikasgassen, heeft het materiaal van capsules toch een aanzienlijke impact”, legt projectleider Ingeborg Smeding uit. Zij en haar collega’s hebben de impact van drie soorten capsules geanalyseerd: composteerbare biobased capsules, conventionele plastic capsules en aluminium capsules.

Material Circularity Indicator

Smeding: “Het unieke aan dit onderzoek is dat we niet alleen naar de uitstoot van broeikasgassen hebben gekeken, want dat is maar een deel van het verhaal. Door ook rekening te houden met de circulariteit van de materialen krijgen we een breder perspectief op de duurzaamheid van de verschillende opties.” De circulariteit is gekwantificeerd met de Material Circularity Indicator (MCI), ontwikkeld door de Ellen MacArthur Foundation. Deze indicator is een van de meest complete instrumenten die beschikbaar zijn, omdat deze de hoeveelheid materiaal dat gerecycled wordt, het gebruik van recycled content, efficiëntie van het recycling proces, biobased materiaalgebruik, herbruikbaarheid en de gemiddelde levensduur omvat.

Composteerbare capsules duurzaamst, aluminium op één na beste

De hoofdconclusie van het onderzoek is dat composteerbare plastic capsules het duurzaamst zijn, wanneer rekening wordt gehouden met zowel uitstoot van broeikasgassen als circulariteit. Hun MCI is 100% (volledig circulair)wanneer ze worden gecomposteerd: de materialen zijn zowel biobased (niet fossiel) als biodegradeerbaar. Zowel koffiedik als capsulemateriaal kunnen in de kringloop blijven omdat ze via de biosfeer “organisch gerecycled” worden tot compost. Composteerbare opties blijven duurzaam, zelfs wanneer consumenten de capsules in de ‘verkeerde’ container weggooien. Belangrijkste struikelblok in Nederland: composteerbare koffiecapsules worden momenteel niet geaccepteerd bij het gescheiden ingezamelde GFT-afval.

Aluminiumcapsules zijn het op één na duurzaamste materiaal als ze afzonderlijk worden ingezameld via systemen die exclusief zijn ontworpen voor het retourneren van deze capsules (mono-inzameling): het aluminium wordt vervolgens gerecycled en de koffie gecomposteerd. De MCI is echter lager (ongeveer 60%) vergeleken met composteerbare capsules, zelfs wanneer gerecycled aluminium wordt gebruikt om de capsules te produceren. Een gesloten metaalkringloop is niet haalbaar, omdat vreemdelementen zich in het aluminium ophopen, waardoor het na verloop van tijd minder soepel wordt. Een andere grote uitdaging is het bereiken van een hoge participatiegraad in een vrijwillig mono-inzamelingssysteem.

Ten slotte laat het onderzoek zien dat conventionele, op fossiele brandstoffen gebaseerde kunststoffen niet passen in een circulaire economie, omdat noch de plastic capsules, noch het gebruikte koffiedik worden gerecycled. De MCI ligt onder de 50%.

End-of-life scenario’s

Het onderzoek heeft de volgende end-of-life-scenario’s meegenomen: industriële compostering (alleen voor composteerbare capsules), recycling via inzameling van verpakkingsafval (PMD) , verbranding met energieterugwinning, storten met energieterugwinning en mono-inzameling (alleen voor aluminium capsules).

Financiering van het onderzoek

Dit onderzoek maakt deel uit van het project ‘Circulariteit verhogen door het gebruik van biobased en/of industrieel composteerbare materialen’. Het is uitgevoerd door Wageningen Food & Biobased Research, gesubsidieerd door TKI BBE en gefinancierd door Advanced Technology Innovations, De Koffiejongens, NatureWorks, Novamont, TotalEnergies Corbion en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.