Biodiversiteit en klimaatverandering

Biodiversiteit is een belangrijke bondgenoot in het aanpakken van klimaatverandering. Maar klimaatverandering verstoort zelf ook ecosystemen en veroorzaakt een achteruitgang in biodiversiteit. Een gecombineerde benadering is nodig om ervoor te zorgen dat maatregelen ter bestrijding van het ene probleem het andere niet erger maken. Wageningen University & Research combineert kennis en expertise van klimaat- en biodiversiteitsonderzoek in een landschapsgerichte benadering en zet de natuur in voor een groene en veilige toekomst.

Zonder voldoende biodiversiteit kunnen ecosystemen niet goed functioneren. Dat heeft dus gevolgen voor ecosysteemdiensten, zoals de zuurstof die we inademen en het voedsel dat we verbouwen. En juist die ecosysteemdiensten spelen een belangrijke rol bij het mitigeren van klimaatverandering. Graslanden, bossen, natte natuur, bodems en oceanen nemen bijvoorbeeld broeikasgassen uit de atmosfeer op. Sinds de industriële revolutie hebben ze samen ongeveer 60% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen vastgelegd, waardoor klimaatverandering aanzienlijk beperkt is gebleven.

Gezonde ecosystemen fungeren ook als klimaatbuffer, bijvoorbeeld door grote hoeveelheden water op te nemen bij overstromingen, of juist door water vast te houden bij droogte. Zonder duingebieden of uiterwaarden staat Nederland er slecht voor, wanneer de zeespiegel stijgt. Hoe groter de biodiversiteit, hoe meer veerkracht tegen klimaatverstoringen. Biodiversiteit is dus een onmisbare bondgenoot bij het tegengaan van de impact van klimaatverandering op landschappen.

Klimaatverandering zorgt voor uitsterven soorten

Tegelijkertijd vormt klimaatverandering een bedreiging voor de biodiversiteit. Geschat wordt dat alleen al door de impact van klimaatverandering 5% van de soorten met uitsterven wordt bedreigd, als de aarde slechts twee graden Celsius opwarmt. Bij 4,3 graden stijgt dit tot 16%. En sommige studies zeggen zelfs dat klimaatverandering de helft van de bekende soorten op aarde zal doen uitsterven. Voor veel soorten verandert het klimaat gewoon te snel om te kunnen migreren of zich aan te passen. Bovendien zijn er grenzen aan veranderingen in fysiologie.

Planten en dieren migreren momenteel naar nieuwe gebieden in een tempo dat tien keer trager is dan de stijging van de temperatuur

Waar klimaatdruk en vernietiging van natuur door de mens samenkomen, zullen de negatieve gevolgen voor de biodiversiteit naar verwachting veel ernstiger zijn. Dit verlies aan biodiversiteit vermindert de gezondheid en de functie van ecosystemen. Bovendien zal het hun veerkracht aantasten en hun vermogen om klimaatgerelateerde gevaren, zoals droogte, overstromingen of stormen, op te vangen en te weerstaan. Dit betekent dat een afname van de biodiversiteit zal leiden tot een toename van de kwetsbaarheid van onze landschappen voor het klimaat.

Natuurlijke oplossingen

Door de natuur slim in te zetten, kunnen we de uitdaging aangaan om onder twee graden opwarming van de aarde te blijven en ons aan te passen aan een warmere planeet. Het ontwikkelen van natte natuurgebieden langs rivieren of kwelders langs de kust helpt buffers te creeëren die overstromingen kunnen opvangen en tegelijkertijd de biodiversiteit kunnen vergroten. Door bomen te planten en ontbossing tegen te gaan, wordt meer koolstof opgeslagen, wat helpt om klimaatverandering tegen te gaan en een habitat te bieden voor diverse soorten. En door onze landbouwsystemen meer natuurinclusief te maken, kan hun weerbaarheid tegen droogte of extreme weersomstandigheden worden vergroot.

Wageningen University & Research past vaak natuurlijke oplossingen toe in een integrale landschapsbenadering om klimaatverandering en biodiversiteitsverlies aan te pakken. Een goed voorbeeld hiervan is hoe de kaart van Nederland er over honderd jaar uit zou kunnen zien, als je die vorm zou geven vanuit een natuurlijk perspectief. Vergelijkbare benaderingen kunnen worden gehanteerd voor het ontwerpen van toekomstige steden of voor een nieuwe visie op landbouw.