Nieuws

De toekomst van het universitair onderwijs

article_published_on_label
11 maart 2022

Hoe ziet het universitaire onderwijs er in 2030 uit? Deze vraag stond centraal tijdens de 104e Dies Natalis van Wageningen University and Research. Rector Magnificus Arthur Mol en keynotespreker professor Dirk Van Damme, expert op het gebied van onderwijsinnovatie, delen hun visie op de trends en ontwikkelingen in het hoger onderwijs.

Sinds de oprichting van de eerste universiteit in 1088 heeft het hoger onderwijs een metamorfose ondergaan. Onder andere door digitalisering, personalisatie van opleidingen en nieuwe vragen vanuit de arbeidsmarkt. De coronapandemie bracht een en ander in een stroomversnelling. ‘Ik denk dat corona een aardverschuiving teweeg heeft gebracht in de manier waarop we kijken naar onderwijs, en de manier waarop dat aangeboden moet worden’, zegt Dirk Van Damme, Senior Research Fellow, Center for Curriculum Redesign (Boston, MA, USA) en keynote spreker tijdens de Dies Natalis.

Links Arthur Mol (rector magnificus WUR) en rechts Dirk Van Damme (president van DVD EduConsult en senior research fellow bij het Center for Curriculum Redesign in Boston). Foto: Guy Ackermans.

Van Damme: “Het klassieke patroon, waar je op je 18e naar de universiteit gaat, vier á vijf jaar studeert en dan gaat werken, verandert. Nu beschouwen we het nog als een mislukking als iemand zijn onderwijstraject niet afrondt, maar dat hoeft helemaal niet. Je ziet meer alternatieve trajecten ontstaan, waar mensen eerder gaan werken bijvoorbeeld, of pas op latere leeftijd gaan studeren. Daar is ons onderwijsbestel echter niet op afgestemd. Het blijkt bijvoorbeeld lastig om volwassenen te integreren in het onderwijs. Nederland, en ook België, lopen wat dat betreft achter op de rest van Europa. ”

'Blended learning' wordt de norm. Een mix van online en fysiek onderwijs
Rector Magnificus Arthur Mol

Mol: “Het onderwijslandschap is flink aan het veranderen. Het wordt steeds globaler. Er komen steeds meer private onderwijspartijen bij. En ‘leven-lang-ontwikkelen’ is inmiddels een verankerd begrip in onze samenleving. Nieuwe hulpmiddelen, zoals virtual reality, dringen het onderwijs binnen en challenge-based onderwijs gaat ook een grotere rol spelen. In die onderwijsvorm werken studenten aan oplossingen voor allerlei actuele uitdagingen. Denk bijvoorbeeld aan onze succesvolle studentchallenges.”

Voor welke grote uitdagingen staat het hoger onderwijs?

Mol: “Veel investeringen zijn nodig in de digitale infrastructuur maar ook in nieuwe didactiek. Nieuwe manieren van lesgeven vragen om andere kennis en vaardigheden. Daarnaast groeit niet alleen de wens van gepersonaliseerd onderwijs, maar zie je tegelijkertijd een tegengestelde beweging waarin juist wordt gevraagd om meer breed toegankelijk/massaal onderwijs (MOOC’s). Het is niet of-of, maar en-en: in beide kanten moet geïnvesteerd worden. Vergeet niet dat er ook nog iets heel anders speelt: hoe blijven we zorgen voor een goede koppeling tussen het lager- en middelbaar onderwijs met de universiteit?”

Van Damme: “We zien dat de arbeidsmarkt minder waarde hecht aan diploma's. Grote bedrijven, bijvoorbeeld consultancy bureaus, organiseren zelf skill-assesments en beschouwen een diploma niet als een als garantie dat iemand over de juiste competenties beschikt die zij belangrijk vinden: zoals probleemoplossend vermogen, kritische denken en creativiteit. Uit onderzoek blijkt dat in vacatures minder vaak naar een specifiek diploma wordt gevraagd, maar meer naar generieke competenties. Het hoger onderwijs doet er alles aan om aan te sluiten bij de behoefte van de arbeidsmarkt, alleen ontwikkelingen gaan zo snel dat universiteiten altijd achter de feiten aanlopen, omdat ze inherent traag veranderen: je kunt niet zo snel een curriculum omgooien. Wat je ook ziet is dat grote bedrijven zelf hun personeel opleiden en daarbij niet snel beroep doen op de universiteit. Ik denk dat universiteiten zich daar soms de kaas van het brood laten eten.”

Hoe ziet u in licht van deze trends de toekomst van universiteiten?

Van Damme: “Veel mensen hebben een romantisch beeld van wat een universiteit moet zijn. Waar een professor hecht samenwerkt met zijn kleine groepje studenten. Door schaalvergroting is dit model al uitgehold. Ik denk niet dat de universiteit zal verdwijnen, die heeft in de geschiedenis wel zwaardere stormen doorstaan. Maar er zijn wel sluipende ontwikkelingen, zoals de waardevermindering van diploma’s, waardoor universiteit onder druk komt te staan. Universiteiten zullen moeten meebewegen en beseffen dat sommige van de historische waarden vandaag de dag niet meer vanzelfsprekend zijn.”

Ik denk dat corona een aardverschuiving teweeg heeft gebracht in de manier waarop we kijken naar onderwijs
Prof. Dirk van Damme, expert op het gebied van onderwijsinnovatie

Mol: “Er komen veel meer digitale hulpmiddelen die niet alleen bij colleges worden ingezet maar ook bij bijvoorbeeld in practica of excursies. Virtual reality en augmented reality zijn standaard. Mensen ontmoeten blijft echter een wezenlijk onderdeel van studeren en onderwijs. De Campus blijft een belangrijke rol spelen evenals docenten met begeesterende verhalen. Voor colleges geldt hetzelfde; face-to-face-education zal altijd een belangrijke rol blijven spelen.”

Stel het is 2030. Wat zal een enorme verandering zijn in het onderwijs ten opzichte van nu?

Mol: “Alles wordt veel flexibeler. De onderwijsprogramma’s zijn veel minder gestandaardiseerd, studenten studeren niet meer aan 1 universiteit en kunnen makkelijker een eigen studieroute uitstippelen. Het wordt veel eenvoudiger tijdens een opleiding bij verschillende universiteiten stukjes onderwijs te volgen. ‘Blended learning’ wordt de norm. Een mix van online en fysiek onderwijs.”

Van Damme: “Ik denk dat de besproken trends zich verder doorzetten. Ik twijfel of het percentage mensen dat naar de universiteit gaat verder zal stijgen, omdat er meer alternatieven zullen zijn. Verder verwacht ik studenten van verschillende leeftijden en werkvormen die meer door elkaar lopen: deels thuis, deels op de campus, meer werken en studeren gecombineerd. De koppeling tussen diploma en beroep is veel minder vanzelfsprekend. Momenteel werkt ongeveer veertig procent van de beroepsbevolking niet in de sector waar ze voor heeft gestudeerd. Dat zal verder toenemen. Beroepen en taakinhouden van beroepen veranderen snel.”

Heeft de coronapandemie effect gehad op bepaalde innovaties?

Van Damme: “Ik denk dat corona een aardverschuiving teweeg heeft gebracht in de manier waarop we kijken naar onderwijs, en de manier waarop dat aangeboden moet worden. Contactonderwijs zal zeker terugkeren, maar het zal nooit meer honderd procent worden. Er komt een veel sterkere integratie van digitaal en afstandsonderwijs in het reguliere onderwijs. Zonder corona zou dit niet zijn gebeurd, want universiteiten zijn van zichzelf traag ontwikkelende organisaties, die behoedzaam omgaan met vernieuwing. Dat bedoel ik niet als kritiek, want het is goed om een gedegen afweging te maken. Ik denk wel dat corona het proces heeft versneld en dat het zich anders niet in deze mate had ontwikkeld.”

Mol: “Dat heeft absoluut meegespeeld, maar al voor de pandemie zijn we uitvoerig aan de slag gegaan met een toekomstvisie op het onderwijs. Een werkgroep heeft dat uiteindelijk samengebracht in drie mooie scenario’s die de basis vormden voor Het Strategisch Plan van WUR. Maar we zijn weer drie tot vier jaar verder, en de veranderingen en nieuwe mogelijkheden gaan hard.”