In natuurinclusieve veehouderij zijn boer, natuur en omgeving partners

Over deze expertise
In het kort- Samen met natuur en omgeving
- Samen met natuur en omgeving
- Kansen voor dubbeldoelrassen
- Agroforestry
In natuurinclusieve veehouderij werken boeren samen met natuur en omgeving om biodiversiteit te bevorderen en milieu-impact te verlagen. WUR onderzoekt samen met veehouders welke rassen en gewassen passen bij deze – vaak extensievere – vorm van veehouderij. Onze experts weten welke bedrijfsvoering, criteria en verdienmodellen er zijn om de transitie te bevorderen.
We experimenteren al vele jaren met manieren om akkerbouw en veehouderij beter met elkaar te verbinden. Gemengde en biodiversere systemen zijn robuuster en kunnen tegenvallers gemakkelijker opvangen. Bovendien kan veehouderij reststromen uit de akkerbouw gebruiken en kan akkerbouw dierlijke mest gebruiken.
Meer informatie
In de akkerbouw wordt veel geëxperimenteerd met de teelt van een groter aantal verschillende gewassen in (smalle) stroken naast elkaar. Deze strokenteelt vergroot de biodiversiteit van insecten en bodemorganismen, waardoor gewassen minder vatbaar zijn voor schimmels en plantenziekten. Door reststromen en mest uit de veehouderij slim te benutten in deze teeltsystemen, versterken akkerbouw en veehouderij elkaar. De natuur en de landbouw werken zo samen om voedsel te produceren met minder gewasbeschermingsmiddelen én met een gesloten kringloop van nutriënten.
In sommige regio’s leidt dit tot een natuurinclusieve veehouderij: een extensievere vorm met meer biodiversiteit en een beter evenwicht met de omgeving. Dit vraagt om ander vee dan in intensievere systemen en dus om een passende fokkerijstrategie die aansluit bij regionale teelt en kringlopen.
De diversiteit aan natuurinclusieve bedrijfssystemen in de melkveehouderij biedt kansen om het gebruik van de Nederlandse dubbeldoelrassen te stimuleren. Onlangs hebben onze onderzoekers gekeken naar welk type koe het beste past bij natuurinclusieve landbouw, met bijzondere aandacht voor Nederlandse dubbeldoelrassen zoals de MRIJ, Fries-Hollands vee en de Groninger Blaarkop. Het blijkt dat Nederlandse dubbeldoelrassen, hoewel ze in aantal afnemen, goed kunnen passen binnen extensieve, natuurinclusieve bedrijfsvoering. Boeren omschrijven deze koeien als robuust, zelfredzaam en goed in het benutten van gras en ruwvoer. Eigenschappen die goed aansluiten bij de uitgangspunten van natuurinclusieve landbouw.
Na een uitgebreide data- en stamboomanalyse van bijna 500 melkveebedrijven hebben de onderzoekers geconcludeerd dat er geen ‘beste ras’ is voor natuurinclusieve veehouderij. Het hangt af van het bedrijfstype, de rantsoensamenstelling en de specifieke doelen van de veehouder. Wel bieden Nederlandse dubbeldoelrassen duidelijke aanknopingspunten voor een toekomstbestendige melkveehouderij, waarin biodiversiteit en voedselproductie hand in hand gaan. Door de inzet van dubbeldoelrassen in natuurinclusieve systemen kunnen deze rassen nieuw perspectief krijgen. Samenwerking tussen boeren, fokkers en organisaties is hierbij essentieel.
Een andere landbouwvorm die kan bijdragen aan biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid is agroforestry. Dat systeem combineert bomen en struiken met landbouwgewassen of veeteelt. Door ons onderzoek weten we al veel van factoren om rekening mee te houden bij het ontwerp, zoals grondsoort, schaalniveau en beoogd management. In Nederland scharen we voedselbossen ook onder agroforestry.
Bomen combineren met landbouw of veeteelt op één perceel is al een heel oud systeem. De laatste jaren staat zulke Agroforestry weer in de belangstelling. Het versterkt de boven- en ondergrondse weerbaarheid van landbouwsystemen en verhoogt de biodiversiteit. Ook heeft agroforestry de potentie om een bijdrage te leveren aan vele maatschappelijke opgaven waarmee Nederland te maken heeft, zoals klimaatverandering, watertekort of -teveel, het stikstofprobleem en afnemende biodiversiteit:
• Produceren van voedsel, veevoer en biomassa
• Efficiënt benutten van ecologische hulpbronnen (water, licht en nutriënten)
• Klimaatmitigatie en -adaptatie (o.a. door CO2-vastlegging)
• Beschutting en extra voederwaarde voor vee
• Economische weerbaarheid van het agrarische bedrijf d.m.v. risicospreiding
• Een recreatief aantrekkelijk landschap.
Onderzoekers van Wageningen University & Research onderzoeken vanuit verschillende disciplines hoe we deze potentie het beste kunnen benutten.
Systemen in balans met de natuur hebben de toekomst, ze zijn veerkrachtiger, goed voor de boer, goed voor biodiversiteit én goed voor ons.
Doe inspiratie op
Neem contact op met onze expert
Heeft u een vraag over genetische diversiteit in de veehouderij of wilt u samenwerken? Neem dan contact op.
ir. SJ (Sipke Joost) Hiemstra
Hoofd Centrum voor Genetische Bronnen Nederland



