Nieuws

Samenstelling geitenmelk microbioom is veranderlijk

article_published_on_label
25 oktober 2022

Voor een onderzoeksproject van Wetenschapswinkel van Wageningen University & Research op initiatief van Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH) en Doetie’s geiten zijn melkmonsters van tien bedrijven geanalyseerd om te zien welke variatie er is in soorten bacteriën in verse rauwe melk. Er is specifiek gekeken naar de aanwezigheid van melkzuur producerende bacteriën in de rauwe melk. Een hypothese is dat deze voor de kaasbereiding gewenste bacteriën bij kleinschalige bedrijven door de bedrijfsvoering meer aanwezig zouden zijn. Dit is niet bevestigd in dit onderzoek.

Invloed van het bedrijfssysteem op het melkmicrobioom?

Startende bedrijven in de korte voedselketen zijn vaak kleinschalige producenten die unieke producten willen maken, veelal zelfzuivelaars. Tevens willen ze vaak bijdragen aan het in stand houden van zeldzame rassen en ambachten en zorgvuldig omgaan met de omgeving waarin ze boeren. Deze pioniers in de transitie naar nieuwe en duurzame voedselsystemen hebben kennis-gerelateerde vragen; dit onderzoek heeft geholpen een aantal vragen te beantwoorden. Een van de vragen spitste zich toe op de microbiologische samenstelling van niet-gangbare geitenmelk. Hoeveel en welke soort bacteriën zijn aanwezig in rauwe melk monsters van niet-gangbare geitenbedrijven, en is er iets te zeggen over de invloed van het bedrijfssysteem op het melkmicrobioom?

In dit verkennende onderzoek is gekeken naar de diversiteit aan bacteriën in de rauwe melk per bedrijf en hoe groot deze variatie is tussen bedrijven. Specifiek is ook gekeken naar de aanwezigheid van melkzuur producerende bacteriën in de rauwe melk. Snelle groei van gewenste melkzuur producerende bacteriën onderdrukt de groei van ongewenste bederf- en ziekteverwekkende bacteriën. Voor dit onderzoek zijn op tien bedrijven ochtendmelkmonsters uit melkleiding of melkglas genomen voor kiemgetalbepaling en microbioom-analyse. Bij de bedrijven waar dat mogelijk was, is ook een tankmelkmonster van eerdere melkbeurten genomen.

Inzameling van melkmonsters bij geitenbedrijf

De resultaten van de melkmicrobioom-monsters laten duidelijk zien dat monsters van dezelfde moment op hetzelfde bedrijf goed op elkaar lijken; er is een duidelijke ‘vingerafdruk’ tussen bedrijven per monstermoment te zien. Uit de in de tijd herhaalde monsters blijkt echter dat de samenstelling van het melkmicrobioom heel snel kan wijzigen; het microbioom is echt een momentopname. De dominant aanwezige microbiële phyla (bacteriegroepen) in de geitenmelk zijn Firmicutes, Actinobacteriën en Proteobacteriën. Zij vertegenwoordigen 95% van het melkmicrobioom. Deze vind je overal in darm en bodem.

Voor een vervolganalyse zijn de bedrijven op bedrijfssysteem geclusterd in gangbare en niet-gangbare bedrijven. De niet-gangbare bedrijven verwerken de melk zelf, hebben een andere bedrijfsvoering (op de meeste bedrijven uit deze groep gaan de dieren naar buiten) en hebben een kleiner aantal dieren (minder dan 200) op hun bedrijf. Er is geen verschil in variatie in samenstelling van het microbioom tussen de clusters bedrijfssystemen gevonden, ook niet voor de groepen melkzuur producerende bacteriën. Wel is er een grote variatie te zien binnen een cluster, met name binnen de niet-gangbare bedrijvengroep. Er zijn monsters van niet-gangbare bedrijven met veel (tot boven 6%) melkzuur producerende bacteriën in de melk, maar er zijn er ook met een heel laag percentage melkzuur producerende bacteriën.