Studieprogramma - BSc Plantenwetenschappen

De opleiding kent een driejarige bachelorfase die gevolgd kan worden door een tweejarige masterfase. Een studiejaar bestaat uit zes onderwijsblokken waarin 6 of 12 studiepunten behaald kunnen worden. Een studiepunt komt overeen met 28 studielasturen. Per week studeer je gemiddeld 42 uur en dat doe je 40 weken per jaar.

Opbouw van Plantenwetenschappen

Opbouw van de studie
Legenda.png
  • Note: For up to date schedule check Plant Sciences (BPW)
  • Note: with 3ECTS courses always check in which week the course runs via Courseplanning
  • Note: Before starting your BSc thesis you must have finished your entire 1st year AND have passed 102 ECTS on 1st and 2nd year basic, plant domain and major courses
  • Note: max # students > This course has a maximum number of participants. The deadline for registration is one week earlier than usual.

Jaar 1

In het eerste jaar volg een gemeenschappelijke programma met alle Plantenwetenschappen studenten. Een aantal vakken zijn uniek voor de opleiding. Andere vakken volg je samen met studenten van andere opleidingen.

Gemeenschappelijk deel (eerste jaar)

Studiepunten: 1 ECTS: 28 uur studie / 1 studiejaar: 60 ECTS

Domeinvakken - 24 studiepunten   

  • Inleiding plantenwetenschappen
  • Structuur en functie van planten  
  • Inleiding kwantitatieve agroecologie
  • Oriëntatie plantenwetenschappen

Basisvakken - 36 studiepunten   

  • Wiskunde 1
  • Statistiek 1 en 2
  • Algemene chemie voor levenswetenschappen
  • Bio-organische chemie voor levenswetenschappen
  • Celbiologie I
  • Algemene en moleculaire genetica
  • Practicum biologische chemie
  • Ecologie I
  • Ecologie II

Jaar 2

In het tweede jaar volg je nog een aantal gemeenschappelijke vakken. Vroeg in het tweede jaar kies je voor de major 'Genen en Gezondheid’ of ‘Teelt en ecologie’

Domeinvakken - 30 studiepunten

  • Concepten in omgevings- en plantenfysiologie
  • Reproductie van planten
  • Basisprincipes van plantenveredeling, pathologie en entomologie
  • Systematiek, evolutie en agrobiodiversiteit
  • Plant quality and integrated pest management
  • Onderzoeksmethoden in de plantwetenschappen

Basisvakken - 18 studiepunten

  • Wiskunde 2 en 3
  • Inleiding bedrijfseconomie, management en marketing
  • Voortgezette statistiek

Major A – Genen en Gezondheid - 24 studiepunten

  • Plantenbiotechnologie
  • Celbiologie en gezondheid
  • Bio-informatietechnologie
  • Genetische analyse, tools en concepten

Major B – Teelt en Ecologie - 24 studiepunten

  • Systeemanalyse, simulatie en systeem management
  • Bodem-plant relaties
  • Gewasecologie
  • Fysiologie en ontwikkeling van planten in de tuinbouw

Jaar 3

In het derde jaar rond je je major course af en wordt de rest van het jaar ingevuld door vrije keuze vakken.

Major A – Genen en Gezondheid - 24 studiepunten

  • Plantenbiotechnologie
  • Celbiologie en gezondheid
  • Bio-informatietechnologie
  • Genetische analyse, tools en concepten

Major B – Teelt en Ecologie - 24 studiepunten

  • Systeemanalyse, simulatie en systeem management
  • Bodem-plant relaties
  • Gewasecologie
  • Fysiologie en ontwikkeling van planten in de tuinbouw

Vrije keuze ruimte - 30 studiepunten

Je kunt kiezen voor een standaard BSc minor in Wageningen of een individuele minor die je zelf samenstelt uit het vakkenaanbod van Wageningen University. Ook kun je een BSc minor of vrije keuze vakken volgen aan een andere universiteit in Nederland of ergens in Europa via Erasmus exchange.

Bachelor afsluiting - 18 studiepunten

Je sluit de bachelor af met de bachelor thesis. Dit is een individueel onderzoeksproject van drie maanden een scriptie en een projectvoorstel. Daarin laat je zien dat je in staat bent om de kennis vanuit de vakken toe te passen en onderzoek te doen.

Onderwijsvormen

Hoorcolleges

Er zijn twee typen colleges: hoorcolleges en werkcolleges. Bij hoorcolleges zit je met zijn allen in de collegebanken te luisteren naar een docent. De docent vertelt over de stof uit je collegedictaten of boeken en geeft stof tot nadenken. Moeilijke onderwerpen worden uitgelegd. In het eerste jaar zijn de groepen waarmee je hoorcollege hebt vaak groot. Studenten van verschillende Wageningse opleidingen volgen namelijk dezelfde basisvakken als Wiskunde, Algemene Genetica of Celbiologie. Naarmate de opleiding vordert, volg je steeds meer specifieke Plantenwetenschappen vakken. Bijvoorbeeld vakken als Gewasecologie en Plant Quality and Integrated Pest Management. De groepen worden dan kleiner en aangevuld met MSc-studenten (tegenwoordig veelal internationale studenten).
Gaandeweg het tweede en derde studiejaar zullen vakken in het Engels gegeven worden. Omdat Wageningen Universiteit een internationale universiteit is, komen veel buitenlandse studenten hier studeren. Colleges worden daarom gegeven in een taal die iedereen kan verstaan.

Werkcolleges

Bij werkcolleges zit je met een groepje van 5 tot 25 studenten bij elkaar en ben je actief met opdrachten bezig. Dit kan zijn het maken van sommen, maar ook een stuk lezen en dan discussiëren over de inhoud of aan een werkstuk werken.

Het is de bedoeling om samen met je studiegenoten moeilijke problemen op te lossen op basis van wat je tijdens de hoorcolleges geleerd hebt. Omdat je na je opleiding veel met vergaderen te maken zult krijgen, wijst een begeleider soms een voorzitter, een notulist e.d. aan. Tijdens de werkcolleges leer je dus ook officieel vergaderen - een belangrijk onderdeel van je academische vorming.

Denk maar niet dat je na de middelbare school verlost bent van spreekbeurten / voordrachten. Onderzoekers moeten later hun resultaten kunnen presenteren aan een groter publiek. Daarbij speelt een rol dat niet iedere toehoorder zich in jouw vakgebied heeft gespecialiseerd. Je zult jouw resultaten dus op een manier moeten uitleggen die ook voor leken begrijpelijk is. Dat vergt oefening en je zult dus vaak presentaties houden over je eigen onderzoekjes en dergelijke.

Practica

Voor sommige vakken zijn er practica. Hierbij ben je in een laboratorium of practicumzaal praktisch bezig met chemie, anatomie, celbiologie, et cetera. Voor de opleiding Plantenwetenschappen ligt een sterke nadruk op het ontwikkelen van praktische vaardigheden. Je leert bijvoorbeeld zelf celweefsel kweken, planten met hormonen behandelen, laboratoriumvaardigheden, enzovoorts. Je kunt ook de praktijk van je eigen opleidingsgebied verkennen, tijdens een praktijkstage en allerlei excursies. 

Zelfstudie

Tot slot is er een deel van de tijd ingeruimd voor zelfstudie. Hierbij wordt er van je verwacht dat je actief bezig bent met de leerstof, alleen of met je medestudenten. Er wordt per vak aangegeven wat de opdrachten zijn voor zelfstudie. Er zijn computers beschikbaar in de computerruimtes waarvan je dan gebruik kunt maken.

Begeleiding tijdens de studie

Tijdens de opleiding maak je keuzes voor een major, de vrije keuze ruimte en je BSc thesis. Wij helpen je een programma te kiezen dat bij je past. Daarvoor heeft iedere student een studieadviseur die je in één van de eerste weken van je studie leert kennen. Je kunt bij hem of haar terecht voor alles wat met de opleiding te maken heeft en, als het nodig is ook voor persoonlijke problemen. In het eerste jaar heb je drie keer een gesprek met je studieadviseur. In dat gesprek staan je leerervaringen uit de voorafgaande periode centraal. In iedere periode schrijf je die ervaringen op en door contacten met je medestudenten, docenten en studieadviseur krijg je een goed beeld van je kwaliteiten. Die kennis helpt je om aan het eind van het eerste jaar een major te kiezen, en later je bachelor minor of vrije keuze vakken. 

Een major kiezen

Tijdens de opleiding kies je voor één van de twee majors. Wij helpen je het leerpad te kiezen dat bij je past. Daarvoor heeft iedere student een studiebegeleider die je in één van de eerste weken van je studie leert kennen. Je kunt bij hem of haar terecht voor alles wat met de opleiding te maken heeft en, als het nodig is, ook voor persoonlijke problemen. In het eerste jaar zul je zo'n drie keer een gesprek hebben met je mentor. In dat gesprek staan je leerervaringen uit de voorafgaande periode centraal. In iedere periode schrijf je die ervaringen op en door je contacten met je medestudenten, docenten en studiebegeleider krijg je een goed beeld van je kwaliteiten. Die kennis zal je helpen om aan het eind van het eerste jaar een keus te maken voor de major 'Genen en gezondheid' of 'Teelt en ecologie'.

De bacheloropleiding Plantenwetenschappen kent twee majors:

  • Genen en gezondheid
  • Teelt en ecologie

Een major omvat vier vakken en de BSc thesis (42 studiepunten).

Genen en gezondheid

In deze major richt je je op het gezond houden van planten (hoe je gewassen kunt beschermen tegen ziekten en plagen) en leer je hoe je door veredeling nieuwe plantenrassen kunt maken. Plantenrassen die bijvoorbeeld meer van een stof bevatten die de gezondheid van mensen of dieren bevordert.

De major 'Genen en gezondheid' bestaat uit de volgende vakken:

  • Plant Biotechnology
  • Cell Biology and Health
  • Bioinformation Technology
  • Genetic Analysis, Tools and Concepts (GATC)

Voor de BSc thesis werken studenten aan onderwerpen als ‘Verbetering van een test voor schimmelresistentie in lelie’ en ‘Productie en lokalisatie van een interleukine-eiwit in planten’.

Meer over de major Genen en Gezondheid

Teelt en ecologie

Kies je voor deze major, dan leer je internationale land- en tuinbouwsystemen te analyseren en te optimaliseren. Hoe je zo duurzaam en efficiënt mogelijk groenten, fruit en bloemen kunt produceren; in moderne kassen, buiten op een akker in de polder of ver weg in de tropen. De interactie tussen natuur en landbouw hoort hier ook bij.

  • De major 'Teelt en ecologie' bestaat uit de volgende vakken:
  • Systems Analysis, Simulation and Systems Management
  • Soil-Plant Relations
  • Crop Ecology
  • Physiology and Development of Plants in Horticulture

Voor de BSc thesis werk je bijvoorbeeld aan onderwerpen als ‘Beoordeling van de productie-ecologische duurzaamheid van biobrandstofgewassen’ of ‘Analyse van de zoet/ zuur balans en het effect daarvan op de smaak van verschillende soorten fruit’.

Meer over de major Teelt en Ecologie