
Beleidsondersteunend onderzoek (BO)
Met het Beleidsondersteunend onderzoek (BO) draagt Wageningen University & Research bij aan de realisatie van de maatschappelijke taak van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De onderzoeksresultaten worden gebruikt door LNV en door (maatschappelijke) organisaties die betrokken zijn bij het LNV-beleid. Zoals organisaties in de landbouwsectoren, natuurorganisaties, (voeding)industrie, onderwijsinstellingen, provincies en gemeenten. Onder de Kennis- en Innovatieagenda 2020-2023 van het ministerie van LNV vallen de volgende missies:
Lopend in 2021
Missie A: Kringlooplandbouw
(BO-43, BO-55, BO-56, BO-57, BO-58) - In 2030 gebruikt de land- en tuinbouwsector substantieel minder grond- en hulpstoffen. Er wordt zoveel mogelijk waarde gehaald uit alle reststromen en eindproducten. De uitstoot van vervuilende en vermestende stoffen naar lucht en grond- en oppervlaktewater is teruggebracht naar (bijna) nul. De land- en tuinbouw gebruikt robuuste rassen en teeltsystemen. De voedselproductie is gestoeld op ecologische processen waardoor de biodiversiteit toeneemt en de land- en tuinbouw veerkrachtiger kan opereren. Er is een groter aanbod van niet-dierlijke eiwitbronnen.
Missie B: Klimaatneutrale landbouw en voedselproductie
(BO-43, BO-59) - In 2050 werkt de land- en tuinbouwsector klimaatneutraal. De uitstoot van broeikasgassen, die dan stevig is verminderd, wordt gecompenseerd door extra vastlegging van CO2 in de bodem en in de natuur. De sector maakt geen gebruik meer van fossiele grondstoffen en is leverancier van duurzame energie.
Missie C: Klimaatbestendig landelijk en stedelijk gebied
(BO-43, BO-60) - In 2050 is Nederland in zowel het landelijk als stedelijk gebied klimaatbestendig en waterrobuust ingericht. In het landelijk gebied is het beheer van grond- en oppervlaktewater zodanig dat het een belangrijke bijdrage levert aan de klimaatbestendigheid van de land- en tuinbouw en grondwaterafhankelijke industrie zonder onomkeerbare schade te doen aan natuurgebieden. Tegelijkertijd zijn de land- en tuinbouwsystemen zodanig ingericht dat ze kunnen omgaan met de klimaatveranderingen. De gebouwde omgeving is klimaatbestendig ingericht doordat het stedelijk waterbeheer is geoptimaliseerd, de omgeving is vergroend en doordat er klimaatadaptief wordt gebouwd en ingericht. Kwaliteitsverbetering van grond- en oppervlaktewater blijft een voortdurend aandachtspunt.
Missie D: Gewaardeerd, gezond en veilig voedsel
(BO-43, BO-61, BO-62, BO-63, BO-64) - In 2030 produceert de sector gezond, veilig en duurzaam voedsel. Het voedselproductiesysteem is robuust en groene producten leveren een waardevolle bijdrage aan haar omgeving. Consumenten waarderen de sector en zijn bereid eerlijke prijzen te betalen.
Missie E: Duurzame en veilige Noordzee en andere wateren
(BO-43, BO-65, BO-66) - In 2030 zijn in Nederland de ecologische draagkracht, waterveiligheid, waterkwaliteit en zoetwatervoorziening van mariene wateren in balans met de vraag naar hernieuwbare energie, voedsel, visserij en andere economische activiteiten. In 2050 geldt dit ook voor de rivieren, meren en intergetijdengebieden (estuaria en wadden).
Missie F: Nederland is en blijft de best beschermde en leefbare delta
(BO-66) - Nederland is ook in de volgende eeuw de best beschermde en leefbare delta ter wereld. De stijging van de zeespiegel en de sterke schommelingen in de afvoer van rivieren vragen om een nieuwe aanpak.
Overige MMIP's en Sleuteltechnologieën
Overzicht van de overige BO-programma's die niet binnen de missies van de topsectoren vallen.
Afgeronde projecten
Voedsel, dier en consument
(BO-08) - Het domein Voedsel, Dier en Consument is verantwoordelijk voor kennisontwikkeling rondom de thema’s voedselveiligheid, diergezondheid en gezondere en duurzamere voedselproducten. Hierbinnen vallen de zes aandachtspunten: 1) Voedselkwaliteit in mondiale context, 2) kwetsbaarheid dier- en volksgezondheid, 3) nieuwe technologieën, 4) vergroten van burgerbewustzijn, 5) verduurzaming van productie en consumptie en 6) het vergroten van het duurzame marktaandeel.
Gebiedsgerichte Deltaprogramma's
(BO-11-015) Na de watersnoodramp van 1953 en het daarna ontwikkelde deltaplan is er veel veranderd in de Nederlandse situatie. Dijken moeten nu veiligheid bieden aan meer inwoners en het land is veel meer waard. Ook zal de klimaatverandering nieuwe uitdagingen voor waterbeheer met zich meebrengen. Dit vraagt om een nieuwe visie en aanpak omtrent waterveiligheid en het waarborgen van de beschikbaarheid van voldoende zoetwater.
Kennis
(BO-09) - Het onderzoek binnen BO-thema Kennis was gericht op: 1) het leggen van structurele verbindingen tussen groene kennisinstellingen (onderzoek, onderwijs en advies), bedrijfsleven en overheden ten behoeve van betere valorisatie en kennisverspreiding, en daarmee een bijdrage leverend aan innovatie, duurzaamheid en een betere aansluiting op de arbeidsmarkt; 2) betere valorisatie, kennisverspreiding en kennisdoorstroom middels onderzoek, onderwijs en advies. Dit ter ondersteuning van innovatie voor bedrijfsleven, maatschappij en voor de realisatie van door beleid benoemde maatschappelijke doelen; 3) bouwstenen voor een innovatief en dynamisch kennissysteem en bijbehorende instrumenten, geïntegreerd op regionaal, nationaal en internationaal niveau.
Internationale samenwerking
(BO-10) - Het cluster ‘Internationale samenwerking’ reageert op- en draagt bij aan de rol van het ministerie van Economische Zaken (EZ), in internationale kaders buiten de EU en exclusief de meeste OESO-landen. De intergouvernementele organisaties waar EZ-medewerkers aan geaccrediteerd zijn, zijn expliciet opgenomen. Het gaat dan met name om OESO en FAO/IFAD. Het uitgangspunt is zorgen voor een meer duurzame landbouw en voedselproductie voor een wereldbevolking die naar verwachting zal groeien naar 9 miljard mensen in 2050. Naast een effectieve en duurzame landbouw in Nederland.
Verduurzaming veehouderijketen
(BO-12.02) - Het thema Verduurzaming veehouderijketen heeft als beleidsdoelstelling dat de veehouderij zich in 2023 heeft ontwikkeld tot een economisch internationaal concurrerende sector, die produceert met respect voor dier, mens en milieu en draagvlak heeft in de Nederlandse samenleving. Naast technologische innovaties wordt dit complexe veranderingsproces gekenmerkt door het leggen van nieuwe verbindingen en het vormen van open, ketengerichte netwerken tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden. Met aandacht voor gangbare en biologische veehouderij.
Verduurzaming plantaardige productieketen
(BO-12.03) - Innovatieve systemen zijn nodig. Wereldwijd staat de land- en tuinbouw voor een grote uitdaging: “Twee maal meer met twee maal minder”. Aan de ene kant moet input en output die bedreigend is voor natuurlijke ecosystemen voorkomen worden en is er minder agrarisch areaal beschikbaar (2x minder). Aan de andere kant moet een groeiende, steeds welvarender wordende wereldbevolking gevoed worden en komen er ook meer claims op de landbouwproductie vanuit non-food toepassingen als biobased economy (2x meer).
Verduurzaming visserij
(BO-12.04) - De visserij moet duurzamer worden. Om dit te bereiken wordt gekeken hoe via andere technieken visserij mogelijk is met een verminderde impact op het milieu. Ook worden alternatieven voor visserijbeheer geëvalueerd. Een mooi detail is dat een aantal van deze activiteiten door Brussel wordt ondersteund en worden uitgevoerd in een breder EU-verband, waardoor niet alleen meerdere visies worden gedeeld, maar ook het Brussels beleid van binnenuit wordt beïnvloed vanuit onderzoek.
Biobased economy en energietransitie
(BO-12.05) - Het thema Biobased economy en energietransitie staat volop in de maatschappelijke belangstelling en is een doorsnijdend thema in het nieuwe topsectorenbeleid. Biomassa kan op termijn een groot aandeel krijgen in de vervanging van fossiele grondstoffen voor chemie, materialen, brandstoffen en energie. Minder CO2 uitstoot en economische kansen voor de Nederlandse agro- en chemiesectoren creëren zijn belangrijke drijfveren voor het beleid.
Concurrentiekracht en toekomst agrocluster
(BO-12.06) - In dit thema worden veranderingen in en rond de agrarische sector in relatie tot het beleid van EL&I en maatschappelijke processen behandeld. Hierbij gaat het voornamelijk om macrovraagstukken op sociaaleconomisch terrein. De gevolgen voor landbouw en agribusiness van politieke en macro-economische ontwikkelingen en van ontwikkelingen in andere sectoren hoort hierbij. Daarnaast wordt benadrukt dat voor een perspectiefvolle, duurzame en concurrerende landbouw en visserij sterk ondernemerschap en innovaties van groot belang zijn.
Onderbouwing wet- en regelgeving AKV
(BO-12.07) - De Agroketens en Visserij (AKV) zijn onderworpen aan wet- en regelgevingen die betrekking hebben op gewasbeschermingsmiddelen, mestgebruik en andere factoren die een negatieve invloed kunnen hebben op het milieu en gezondheid. Deze regels worden opgelegd vanuit de Nederlandse overheid om aan een aantal richtlijnen van de Europese Unie te voldoen. Doel van deze richtlijnen is om een duurzamere agroketens en visserijen te realiseren. Maatregelen om aan deze eisen te voldoen moeten onderzocht en geëvalueerd worden en er moeten methodieken worden ontwikkeld om dit te testen.
Landbouw in zijn maatschappelijke omgeving
(BO-12.08) - Binnen het onderwerp “Landbouw in zijn maatschappelijke omgeving” wordt het belang van de verdere ontwikkeling van duurzame voedselsystemen erkent o.a. door de wereldwijde bevolkingsgroei en de dieetverandering van deze bevolking. Projecten binnen dit thema zijn erop gericht om aan deze verduurzaming bij te dragen door de landbouw met de maatschappij te verbinden. Hierbij kan gedacht worden aan stadslandbouw en multifunctionele landbouw (MFL). MLF-bedrijven houden zich naast hun gewone activiteiten ook bezig met bijvoorbeeld zorglandbouw, recreatie en boerderij-educatie.
Vergroting duurzaam marktaandeel
(BO-12.09) - Het cluster Vergroting duurzaam marktaandeel bestaat uit de twee thema’s Vergroting van het marktaandeel van duurzame voeding en Vergroting van het tussensegment. Bij vergroting van het marktaandeel duurzame voeding kwamen de onderzoekvragen vanuit de biologische sector. Bij Vergroting van het tussensegment lag de focus van het voormalig ministerie van EL&I, op dierenwelzijn in de sectoren legpluimvee, vleespluimvee en varkens. Voor deze sectoren waren meetinstrumenten beschikbaar, die in het verleden zijn ontwikkeld.
Biologische landbouw
(BO-12.10) - De beleidsdoelstelling voor het thema Biologische landbouw van het voormalig ministerie van EL&I was gericht op het stimuleren van de biologische landbouw, tuinbouw en veehouderij. In de biologische landbouw werken bedrijven op een milieu- en diervriendelijke wijze, die kostbaarder is dan de reguliere werkwijze.
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)
(BO-12.11) - Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is een domein overstijgend thema. Het Nederlandse landbouwbeleid wordt vormgegeven binnen het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. In 2014 start een nieuwe periode van zeven jaar met nieuwe of aangepaste doelen van het GLB. De nationale beleidsprioriteiten worden zo goed mogelijk binnen het nieuwe GLB verankerd. En hebben als doel: 1) de versterking van concurrentiekracht in combinatie met verduurzaming en innovatie en 2) de beloning voor (bovenwettelijke) maatschappelijke prestaties, op het terrein van natuur, milieu, waterbeheer, landschap, dierenwelzijn en diergezondheid.
Mest, Milieu en Klimaat
(BO-12.12) De rijksoverheid stimuleert de ontwikkeling van een milieuvriendelijke landbouw en de vermindering van de emissies van stikstof (N), fosfor (P) en broeikasgassen naar het milieu zodat de de bodem-, water- en luchtkwaliteit verbetert.
Agro
(BO-20) - De projecten van Agro zijn opgedeeld in verschillende subthema's. Kies voor een van onderstaande subthema's en bekijk het overzicht van de bijbehorende projecten.
Natuur
(BO-11) - Het thema Natuur werd in 2015 Natuur en Biodiversiteit genoemd en tot en met 2014 was de naam Natuur en Regio. Het beleid van het thema is gericht op het stimuleren van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het groen. Door burgers, ondernemers en maatschappelijke groepen, waaronder NGO’s en andere overheden. De tweede beleidsopgave is het realiseren en in stand houden van een voldoende hoeveelheid groen van een hoge kwaliteit ter bevordering van het welzijn van individu en samenleving, én het behoud van biodiversiteit.
Voedsel
(BO-43-001, BO-43-002, BO-43-003 en BO-43-011)
Transitie Veehouderij
(BO-43-012, BO-43-013 en BO-43-014)
Natuurinclusieve Samenleving
(BO-43-021, BO-43-022 en BO-43-023)