Nieuws

‘Greppel plas-dras’ positief voor weidevogelkuikens

article_published_on_label
16 november 2017

In het agrarisch natuurbeheer is het aanleggen van een zogenoemde ‘greppel plas-dras’ de laatste jaren populair geworden. Het gaat hierbij om een greppel die vol water wordt gezet, zodat een drassige strook van 10 tot 20 meter breed ontstaat (dit in tegenstelling tot ‘reguliere plas-dras’ waarbij een heel veld drassig wordt gemaakt). Deze maatregel is relatief goed inpasbaar in het beheer, flexibel in te zetten en eenvoudig te realiseren. In hoeverre dit ecologisch effectief is, was nog onduidelijk.

Daarom deed Tim Visser in 2017 een afstudeeronderzoek naar de waarde van percelen met greppel plas-dras. Het onderzoek is uitgevoerd in de Eempolders. Daar mogen boeren meedoen aan het agrarisch natuurbeheer als ze ten minste één plas-dras op hun bedrijf aanleggen.

Overlevingskans weidevogelkuikens

Het grootste probleem bij weidevogelbeheer is het lage opgroeisucces van de kuikens. Tijdens het opgroeien hebben ze gebrek aan voedsel en schuilmogelijkheden. “Het idee is dat met greppel plas-dras het gras plaatselijk minder snel groeit en gevarieerder van structuur wordt, waardoor het insectenaanbod verbetert,” zegt Tim Visser. “En dat is precies wat weidevogelkuikens nodig hebben. De drassige grond is ook voor de volwassen weidevogels aantrekkelijk omdat ze daardoor gemakkelijk wormen kunnen vinden.”

Alarmtellingen

In zijn onderzoek vergeleek Visser 20 percelen met en 20 percelen zonder greppel plas-dras. De overige eigenschappen (openheid, drooglegging, voedselrijkdom, beheer, enz.) zijn zoveel mogelijk gelijk gehouden. Gedurende het opgroeiseizoen heeft hij metingen verricht aan de insectenrijkdom en vegetatiestructuur. Daarnaast heeft hij ‘alarmtellingen’ uitgevoerd. Bij alarmtellingen betreedt de onderzoeker het perceel en op basis van het alarmgedrag van de oudervogels kan worden vastgesteld of er kuikens aanwezig zijn.

Gekwantificeerde inzichten

Tim Visser: “Mijn onderzoek laat zien dat percelen met greppel plas-dras een aantrekkelijker foerageerhabitat voor weidevogelkuikens vormen dan percelen zonder greppel plas-dras. Zo komen er meer insecten voor, zowel kleine als grote. Ook is de vegetatie minder dicht, wat gunstig is voor de kuikens, en heeft die een grotere structuurvariatie. Als gevolg hiervan is op percelen met greppel plas-dras het aantal weidevogelgezinnen van grutto, kievit en tureluur groter dan op percelen zonder greppel plas-dras. De effecten blijken bij oude plas-drassen groter te zijn dan bij nieuwe.”

Dergelijke gekwantificeerde inzichten waren er nog niet. De resultaten van dit onderzoek ondersteunen de aanleg van greppel plas-dras als weidevogelmaatregel. “Maar niet alles in nog duidelijk,” voegt Tim Visser hier aan toe. “Om te weten of rond plas-drassen de kuikens daadwerkelijk vliegvlug worden is vervolgonderzoek nodig. Pas dan kunnen ze immers bijdragen aan een nieuwe generatie en zorgen voor een duurzame populatie.”

Tim Visser deed zijn afstudeeronderzoek bij David Kleijn en Dick Melman. Het onderzoek maakt deel uit van het werk aan Beheer-op-Maat (BoM), het kennissysteem voor weidevogelbeheer dat door Wageningen Environmental research (Alterra) wordt ontwikkeld.