Nieuws
Veranderingen in landschappen analyseren om grote vragen te beantwoorden
Kirsten de Beurs, de nieuwe hoogleraar Geo-information Science and Remote Sensing, wil haar leerstoelgroep helpen om grote vragen te beantwoorden, interdisciplinaire samenwerkingen te ontwikkelen en mee te bouwen aan een betere academische wereld.
Remote Sensing is de wetenschap van het verwerven, verwerken en interpreteren van informatie over de aarde op afstand. Op basis van bijvoorbeeld satelliet- of dronefoto’s doen wetenschappers onderzoek naar sociale en geografische veranderingen, zoals ontbossing, de groei van steden of de invloed van conflicten. Als nieuwe leerstoelhouder Geo-information Science and Remote Sensing maakt prof. dr. Kirsten de Beurs gebruik van de ontwikkelingen in technologie om in het landschap te zoeken naar antwoorden op grote vraagstukken: ‘Ons beeldmateriaal wordt steeds gedetailleerder. Al die data zijn heel belangrijk, maar moet ook worden geanalyseerd. Welk verhaal vertellen deze beelden? Dat blijft onze hoofdvraag.’
Op 14 december spreekt De Beurs haar rede uit voor de academische gemeenschap: ‘Reflected Light to Narratives’.
Menselijke schaal
‘Toen ik in 2002 afstudeerde, werden beelden met een resolutie van 1 meter net een optie in Nederland. Het duurde een kwartier voordat zo’n foto ingeladen was. We werkten ook met tijdreeksen van beelden, met cellen van 8 kilometer,’ vertelt De Beurs. ‘Tegenwoordig kunnen we ook met tijdreeksen werken van hoge resolutiebeelden. We kunnen dus naar kleinere veranderingen in het landschap kijken, op een veel menselijkere schaal.’
De Beurs geeft twee voorbeelden van projecten waarvoor remote sensing-experts belangrijke data leveren. Na de eerste oorlog tussen Azerbeidzjan en Armenië werd het oorlogsgebied geteisterd door een malaria-epidemie, terwijl die ziekte daar al jaren onder controle was. Hoe kon dat? ‘Ons onderzoek wees uit dat oude irrigatiekanalen—nodig voor de landbouw—tijdens de oorlog slecht werden onderhouden. Dat leverde stilstaand water op. Daar konden muggen zich in vermenigvuldigen.’
In Centraal Azië kijken onderzoekers uit de leerstoelgroep naar de groei van steden. Ze maken onder andere hittekaarten en bestuderen de rand van de stad. ‘Daar groeit de bebouwing het agrarische gebied in. We willen weten wat daar de gevolgen van zijn, hoe dat het omliggende gebied beïnvloedt.’
Interdisciplinair samenwerken
Om het hele verhaal te vertellen, werken onderzoekers uit de groep samen met andere experts, zoals ecologen, meteorologen of bosbouwkundigen. ‘Een muggenplaag is nog geen malaria-epidemie,’ benadrukt De Beurs. Antropologen achterhaalden dat er voor de oorlog allerlei soldaten uit andere gebieden afreisden. Die hadden de ziekte met zich meegenomen. Voor het onderzoek in Azië kijken de onderzoekers niet alleen naar beeld, maar zetten ze ook vragenlijsten uit om het menselijk welzijn binnen de stad beter te begrijpen.
‘Wageningen kent veel geweldige specialisten. In mijn vak werken we graag samen met experts die precies weten hoe een bos werkt of hoe water zich gedraagt. Een belangrijk deel van ons werk is het gesprek met hen aangaan om erachter te komen welke informatie uit een landschap belangrijk is voor hun vakgebied.’ Met die indicatoren kunnen remote sensing-onderzoekers op zoek naar waardevolle data in beelden van het landschap.
Garanderen dat de beelden kloppen
De introductie van nieuwe technologie zoals drones of radarbeeld leveren veel voordelen op. Radars werken bijvoorbeeld niet met gereflecteerd zonlicht maar produceren hun eigen straling op een langere golflengte. ‘Die gaat door de wolken heen, waardoor je bijvoorbeeld beelden kunt maken van overstromingsgebieden waar het stormt.’ Een combinatie van radarbeeld en andere data kan onderzoekers helpen nog meer over een gebied te weten te komen.
De Beurs wil de meer fundamentele kant van haar vakgebied niet uit het oog verliezen. Ze legt uit dat het voor remote sensing-wetenschappers belangrijk blijft om goed te doorgronden hoe de beelden die ze gebruiken tot stand komen. ‘Om te kunnen garanderen dat onze conclusies kloppen, moeten we kunnen garanderen dat onze beelden kloppen. Daar is niet veel veranderd. We kijken nog steeds voornamelijk naar lichtgolven die gereflecteerd worden door de aarde.’
Bouwen aan een diverse universiteit
Met het hoogleraarschap keert De Beurs na meer dan twintig jaar terug bij haar alma mater. Het grootste deel van haar carrière studeerde en werkte ze in de Verenigde Staten. Daar werd ze het op één na jongste en eerste vrouwelijke hoofd van de afdeling Geography and Environmental Sustainability van de University of Oklahoma. ‘Ik haalde veel voldoening uit die leiderschapspositie. Je eigen onderzoek verschuift naar de achtergrond. Het wordt jouw verantwoordelijkheid om anderen te helpen hun beste onderzoek te doen.’
‘Als hoogleraar bouw je mee aan de academische wereld,’ zegt De Beurs. ‘Je bent medeverantwoordelijk om daar de best mogelijke wereld van te maken.’ In die context noemt De Beurs ook haar rol als voorbeeld voor vrouwelijke studenten. ‘Ik heb zelf hele goede mentors gehad tijdens mijn loopbaan. Maar wel allemaal mannen. Nu stappen er studentes op mij af omdat ze graag met een vrouw willen werken. Die positie als rolmodel wil ik serieus nemen, net als het bouwen aan een meer diverse universiteit.’