Project

Future Dikes: sterke én soortenrijke grasbekleding

De dijken van de toekomst moeten worden versterkt. Een soortenrijke vegetatie kan daarbij helpen. Future Dikes gaat de komende jaren onderzoek doen hoe een bloemrijke biodiverse grasbekleding zorgt voor erosiebestendige dijken.

De Nederlandse dijken van de toekomst moeten worden versterkt om opgewassen te zijn tegen de gevolgen van klimaatverandering. Een soortenrijke vegetatie kan daarbij helpen. Het programma Future Dikes gaat de komende jaren onderzoek doen hoe een bloemrijke grasbekleding helpt bij het creëren van biodiverse én erosiebestendige dijken.

De dijken in Nederland vormen een uitbreid netwerk aan voornamelijk graslanden. Graslanden die als groene linten onze landschappen doorkruizen en daarmee verschillende ecosystemen verbinden. De Nederlandse dijkgraslanden herbergen dan ook een grote verscheidenheid aan planten en diersoorten. Van de 42.000 kilometer aan dijken zijn zo’n 3.500 km essentieel voor de bescherming van het land tegen overstromingen vanuit de Noordzee of de grote rivieren.

Dijkversterkingen

Het huidige klimaat verandert en extremen in neerslag en een stijgende zeespiegel oefenen een steeds grotere druk uit op waterveiligheid in Nederland. In de komende dertig jaar moet er alleen al 1.500 kilometer aan primaire dijk versterkt worden, zodat deze aan de nieuwe veiligheidsnormen voldoen. Traditionele dijkversterking betekent doorgaans het bouwen van hogere en bredere dijken. Dit is een omvangrijke, tijdrovende en kostbare onderneming met vaak ingrijpende gevolgen voor het landschap en aanwonenden.

Er is behoefte aan meer innovatie en kennis over effectieve en veilige, maar minder ingrijpende manieren om dijken te herstellen en duurzaam te beheren. De bekleding van een dijk, het grasland dat de taluds bekleed, speelt een belangrijke rol in de erosiebestendigheid van een dijklichaam. Ook deze grasbekledingen kunnen duurzamer aangelegd en beheerd worden en leveren daarmee een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit.

Future Dikes

Op 11 april 2022 is het startschot gegeven voor Future Dikes, gericht op duurzame grasbekleding voor de dijken van de toekomst: erosiebestendig, kosteneffectief en bloemrijk. Uit eerdere studies blijkt dat soortenrijke dijken niet alleen beter passen in het landschap maar ook een betere erosiebestendigheid kunnen leveren. Bovendien zijn soortenrijke dijken minder droogtegevoelig, waarmee kostbare herstelmaatregelen vermeden kunnen worden. Daarnaast kunnen bloemrijke dijken een belangrijke rol spelen in het in stand houden of zelfs het versterken van insectenpopulaties.

De onderzoekers van Future Dikes gaan de botanische diversiteit van grasbekledingen in Nederland in kaart brengen, bestuderen en op de proef stellen om zo te bepalen welke combinaties van plantensoorten, bodemtypen en beheervormen bijdragen aan sterke dijken. Hierbij wordt de relatie tussen de bovengrondse plantendiversiteit, de ondergrondse doorworteling en de erosiebestendigheid van het dijktalud centraal gesteld. Bovendien start het project met de ontwikkeling van innovatieve zaadmengsels die bestand zijn tegen de uitdagingen van de toekomst. De projectpartners gaan de nieuw opgedane kennis bundelen en verankeren in het aankomende ontwerp- en beoordelingsinstrumentarium (BOI), en helpen bij het opstellen van protocollen voor aanleg en beheer. De resultaten zullen tevens terug te zien zijn in de op de praktijk gerichte online Handreiking Grasbekleding.

Zo hoopt Future Dikes bij te kunnen dragen aan de dijken van de toekomst. Dijken waarin de veerkracht van de natuur zorgt voor meer veiligheid én meer biodiversiteit, want wees nou eerlijk, wie fietst er nu niet het liefst over een zoemende, met kleurrijke bloemen getooide, sterke dijk?

In het project Future Dikes onderzoeken de Radboud Universiteit, Wageningen Universiteit & Research, Universiteit Twente, EurecoAdvies, Infram-Hydren, Lumbricus en Deltares hoe we de Nederlandse dijken kunnen versterken met een soortenrijke grasbekleding. Het project wordt uitgevoerd in opdracht van Waterschap Rivierenland en wordt gefinancierd door het HoogWaterBeschermingsProgramma.