
Wageningen Solar Research Programme
Om de doelstellingen van het Energieakkoord te halen, zet de Nederlandse regering fors in op zonne-energie. Het verbruik van zonne-energie (elektriciteit en warmte) in Nederland is van 2018 tot 2019 met 37 procent gestegen. Dit is terug te zien in een grote toename van zonneparken, met name op landbouwgrond. Deze zonneparken zijn meestal gericht op het maximaliseren van de energieopbrengst. Wageningen University & Research (WUR) wil daar ook natuurinclusieve en maatschappelijke impact aan toevoegen.
Daarom heeft WUR een programma ontwikkeld om zonneparken op een duurzame manier aan te leggen, met oog voor de kwaliteit van het landschap en de inpassing van voedselproductie. Dit Solar Research Programma bevat zes onderwerpen:
- Landschap en ruimtelijke kwaliteit
- Biodiversiteit en natuur
- Multifunctionele landbouw (agrivoltaics)
- Participatie en beleid
- Meso- en microklimaat
- Bodemkwaliteit
In alle thema’s maken we gebruik van de nieuwste technologische innovaties.
Met het Solar Research Programma willen we een wetenschappelijke basis leggen voor duurzame zonneparken die rendabel zijn voor economie, natuur en maatschappij. WUR werkt hierin samen met burgers, grondeigenaren, gewastelers, energie- en technologieleveranciers, adviesbureaus, overheden en maatschappelijke organisaties.
De visie van het Solar Research Programma bevat de volgende ingrediënten:
- Een regionale geografische aanpak.
- Een integrale aanpak met (1) samenhang tussen voedsel, water en energie, zodat dit elkaar kan versterken, (2) respect voor de duurzame leefomgeving, en (3) een sociaal ingebedde visie met maatschappelijke waarden.
- Capaciteit door verbinden van specifieke ‘slimme’ netwerken in de samenleving (bijvoorbeeld de Natuur & Milieu Federatie).
Solar Research: Landschap en ruimtelijke kwaliteit
Technologieën voor hernieuwbare energie, zoals zonneparken, leiden tot een verandering in het landschap. Duizenden nieuwe windturbines en honderden zonneparken hebben inmiddels hun plek ingenomen. Hierdoor krijgt de samenleving langzaam te maken met andere uitzichten en landschappen met nieuwe elementen.
Solar Research: Biodiversiteit en natuur
In 2050 heeft Nederland zo’n 30.000 hectare met zonnepanelen op land nodig. Naar verwachting heeft dit negatieve effecten op de bodem, de biodiversiteit en het landschap. Tegelijkertijd wordt aangenomen dat winst voor biodiversiteit mogelijk is bij een goed ontwerp en beheer van zonneparken.
Solar Research: Multifunctionele landbouw
Steeds meer zonneparken worden aangelegd op landbouwgrond. Deze zijn voornamelijk gericht op een maximale elektriciteitsproductie. Zo’n monofunctioneel zonnepark gaat ten koste van de beschikbaarheid van land voor voedselproductie. Agrivoltaics combineert energieproductie en productie van voedsel of veevoer, gebaseerd op het idee van ‘solar sharing’. Bij agrivoltaics staan er gewassen of grasland onder zonnepanelen. Deze gewassen kunnen in een gematigd klimaat profiteren van bescherming tegen regen, hagel, teveel straling en warmte, minder verdamping en dus een beter watergebruik.
Solar Research: Participatie en beleid
Maatschappelijk draagvlak voor de energietransitie vraagt om betrokkenheid van omwonenden en het algemeen publiek bij projecten voor hernieuwbare energie. Financiële deelname aan energieprojecten en deelname aan de besluitvorming zijn bekende vormen van publieke participatie. Multifunctionele zonneparken bieden extra mogelijkheden voor publieke participatie in het dagelijks leven, zoals recreatie. Maar hier is nog weinig over bekend. Er is tot nu toe niet vanuit multifunctioneel perspectief gekeken naar het draagvlak voor energieprojecten zoals schaliegas, kernenergie, windenergie.
Solar Research: Meso- en microklimaat
Het weer is van grote invloed op de zonnepanelen en andersom. Zonnepanelen leveren steeds meer elektriciteit aan het net. Daarom is het van fundamenteel belang om te begrijpen en te voorspellen hoeveel straling er op de zonnepanelen valt en hoe dit varieert.
Solar Research: Bodemkwaliteit
Sommige zonneparken zijn dusdanig van opzet dat de bodem volledig is bedekt, waardoor er geen licht of water bij het oppervlak komt en er geen vegetatie onder de zonnepanelen groeit. Het leven in de bodem neemt hierdoor af, omdat het bodemleven zich niet kan voeden met nieuw organisch materiaal. De bodem slaat dan geen koolstof meer op en stoot juist CO2 uit.